De hoogmoed van alle mensen maakt de goden boos, maar vooral die van Tantalos. Omdat hij namelijk wilde aantonen dat de goden niet alles weten, besloot hij hen te bedriegen. Nadat hij zijn eigen zoon gedood had, beval hij zijn slaven om de lichaamsdelen van de jongen als vlees te braden.

Terwijl de slaven de verschrikkelijke maaltijd aan het bereiden waren, riep Tantalos de goden bijeen in zijn huis. Nadat hij alle gasten begroet had, zei hij: “Dierbare gasten, wanneer jullie ambrosia eten en nektar drinken, krijgen jullie altijd hetzelfde voedsel en dezelfde drank. Maar ik heb voor jullie deze uitgelezen maaltijd gereed. Neem dus het lekkere vlees en drink de zoete wijn.

Maar niemand van de goden nam het vlees, behalve Demeter: zij beet namelijk een stukje van de schouder van de jongen, onoplettend als zij was, omdat het gemis van haar dochter hevig was. Terwijl alle goden naar Tantalos keken, donderde Zeus van woede: “Omdat je de goden wilde bedriegen, heb je je zoon gedood, schurk! Maar omdat wij alles weten, zijn wij ook jouw onrechtvaardige daad te weten gekomen. Jij moet voor eeuwig boeten voor jouw hoogmoed!”

In de diepe Tartaros kwellen Tantalos nu voor eeuwig honger, hoewel er vele zoete vruchten in de buurt zijn, en dorst, hoewel hij in zuiver water staat. Want als hij zijn hand naar de vruchten uitstrekt, gaan de takken omhoog van hem vandaan, en als hij wil drinken stroomt het water van hem weg.