Zoon
Oei, wat wordt deze kleine pankratiast geslagen. Zijn tegenstander is veel groter en sterker. Kom op jij, houd ermee op je zwakkere tegenstander te slaan, kies een man gelijk aan jou! Hoe heet die krachtpatser, vader? Want ik wil hem doen stoppen.

Vader
De grote pankratiast heet Titormos, en de andere Kastor. Maar zoon, je moet niet boos worden en geen medelijden hebben met Kastor, want hij is heel kundig en hij heeft vaak grote overwinningen behaald, zonder dat zijn tegenstanders het verwachtten.

Zoon
Foei, foei! Nu heeft Titormos Kastor flink geslagen en hij is op de grond gevallen. Kijk, nu schopt hij hem steeds maar weer. Hij beweegt nauwelijks. Hij lijkt mij gelijk aan een dode. Ik wil hem niet gedood zien worden, papa! Dus ik doe mijn ogen dicht.

Vader
Open ze snel, want ik denk dat Titormos bedrogen wordt. Kastor verdedigt zich immers goed tegen alle trappen.

Zoon
Wat doet hij nu dan? Hij pakt Titormos bij zijn voet vast en tegelijk trapt hij hem in zijn buik, in zijn gezicht… Ontzettend! Ik zie zijn tanden overal rondstrooien!

Vader
Titormos steekt zijn hand al omhoog, hij geeft de strijd dus op. Door het behalen van een mooie overwinning wordt Kastor door iedereen nu zeer geëerd. Hoor de toeschouwers maar juichen. Ben je niet blij dat we hiernaartoe gekomen zijn?

Zoon
Heel erg! Ik wil zelf ook een dappere atleet worden, net zoals Kastor.