Vanaf het land keek hij naar een eiland in de zee en hij informeerde hoe het eiland heette. De inwoners zeiden: “Pharos. Proteus heeft op die plek gewoond, waar ook het gedenkteken van Proteus staat dat bij ons vereerd wordt.”

Alexander beval nu de omtrek van de stad te markeren met de bedoeling dat hij ernaar zou kijken. De vaklui nu namen tarwemeel en markeerden de stad, maar allerlei soorten vogels kwamen omlaag vliegen, aten het meel helemaal op en vlogen omhoog. Omdat Alexander hierover ontzet was, wat het teken zou betekenen, ontbood hij uitleggers van voortekens en vertelde hun het gebeurde. En zij zeiden: “De stad waarvan u bevolen hebt dat hij gesticht wordt, koning, zal heel de bewoonde wereld voeden, en de mensen die in haar zijn geboren, zullen overal zijn,  want de vogels omcirkelen heel de bewoonde wereld.”

Hij beval dus dat de stad gesticht zou worden. En nadat Alexander het grootste deel van de stad gefundeerd en met grenzen gemarkeerd had, schreef hij vijf letters op: Alfa, Bèta, Gamma, Delta, Epsilon. De alfa stond voor “Alexander”, de bèta “koning”, de gamma “geslacht”, de delta “van Zeus”, en de epsilon “stichtte een niet te evenaren stad”.

De ordening van de stad ligt er zodanig bij als Alexander het heeft bepaald, en de stad werd gesticht, dag na dag groeiend in kracht.