Toen we de deur opengeslagen hadden, zagen de eersten die binnenkwamen hem nog naast mijn vrouw liggen, en wie later binnenkwamen zagen hem naakt op bed staan. En ik sloeg hem, mannen, en wierp hem op de grond, en nadat ik zijn beide handen op zijn rug gedraaid en vastgebonden had, vroeg ik waar hij het lef vandaan haalde om mijn huis binnen te komen. En hij bekende een misdaad gepleegd te hebben, en hij smeekte en vroeg mij hem niet te doden, maar geld te eisen. Maar ik zei hem: “Niet ik zal jou doden, maar de wet van de stad, die jij door hem te overtreden ondergeschikt gemaakt hebt aan je lusten. Je koos er liever voor om zulk een zonde te begaan tegen mijn vrouw en mijn kinderen, dan de wetten te gehoorzamen en fatsoenlijk te zijn.”
Op die manier, mannen, heeft hij datgene gekregen wat de wetten bevelen dat wie zulke dingen doet moet krijgen, en niet nadat hij vanaf de straat naar binnen gesleurd is, en niet nadat hij bij de haard zijn toevlucht had gezocht, zoals zij daar zeggen.