Toen ze dat gezegd had, mannen, ging ze weg en ik was meteen volledig van mijn stuk, en alles kwam mij voor de geest en ik was vervuld van argwaan, terwijl ik nadacht over hoe ik in mijn kamer was opgesloten en mij herinnerde dat in die nacht de binnendeur en de buitendeur gekraakt hadden, wat nog nooit gebeurd was, en dat mijn vrouw mij witbepoederd had geschenen. Dat alles kwam mij voor de geest en ik was vervuld van argwaan. Ik ging naar huis en beval het dienstmeisje met mij mee te komen naar de markt, en nadat ik haar naar een goede vriend van mij had gebracht, zei ik dat ik alles wat er in het huis gebeurd was te weten was gekomen. Ik zei: “Je kunt dus kiezen welke van de twee je wilt: of je krijgt er met de zweep van langs en komt in het molenhuis terecht, en nooit zul je klaar zijn met het ondergaan van de kwellingen daar, of je vertelt me de hele waarheid en je zult geen kwaad lijden, maar je zult van mij vergeving voor je zonden ontvangen. Maar lieg niet, maar vertel de hele waarheid.”