[48a] De instelling en het karakter van een gewone man: hij verwacht nooit voordeel of nadeel vanuit zichzelf, maar vanuit zijn omgeving. De instelling en het karakter van een filosoof: hij verwacht alle voordeel en nadeel vanuit zichzelf.
[48b] Kenmerken van iemand die vorderingen maakt: hij bekritiseert niemand, hij prijst niemand, hij maakt niemand verwijten, hij geeft niemand de schuld, hij zegt niets over zichzelf alsof hij iets is of iets weet. Wanneer hij in iets belemmerd of verhinderd wordt, geeft hij zichzelf de schuld. En als iemand hem prijst, dan lacht hij bij zichzelf om degene die hem prijst, en als iemand hem bekritiseert, dan verdedigt hij zich niet. Hij loopt rond zoals de zieken, ervoor oppassend om een van de dingen die aan het herstellen zijn, te bewegen, voordat ze weer stevig geworden zijn.

[51] Hoe lang stel je het nog uit om jezelf het beste waard te vinden en om in geen enkel opzicht de begrijpende rede meer te overtreden? Je hebt de basisregels geleerd, de dingen die je moest accepteren heb je geaccepteerd. Op wat voor leraar wacht je nog, zodat je het beter maken van jezelf uitstelt tot hij er is? Je bent geen jongen meer, maar al een volwassen man. Als je nu nalatig en gemakzuchtig bent en altijd maar uitstel op uitstel plaatst en steeds maar een andere dag vaststelt vanaf wanneer je aandacht aan jezelf zult besteden, dan zul je zonder dat je het doorhebt, niet vooruitgaan, maar voor altijd een gewone man blijven in leven en in sterven. Acht jezelf dus eindelijk waardig om te leven als een volwassene, als iemand die vorderingen maakt, en alles wat op jou de indruk maakt dat het het beste is, dat moet voor jou een onovertreedbare wet zijn. En als iets moeilijks of iets aangenaams of iets roemvols of iets roemloos zich voordoet, onthoud dan dat de wedstrijd nu plaatsvindt, en dat de Olympische Spelen al in gang zijn en het niet meer mogelijk is om uit te stellen, en dat vooruitgang door één nederlaag of moment van verslapping verloren gaat of behouden blijft. Sokrates is zo een volmaakt mens geworden, door bij alles waartoe hij zichzelf aanzette aan niets anders aandacht te besteden dan aan de rede. En jij, al ben je nog geen Sokrates, dient te leven als iemand die als Sokrates wil zijn.