Zonder iets te vermoeden van de dingen die hem te wachten stonden, stond Daphnis meteen op, en nadat hij zijn herdersstaf had opgepakt ging hij achter Lykainion aan, en zij voerde hem zo ver mogelijk van Chloë weg. En toen zij in het dichtste deel van het bos aangeland waren, beval zij hem om dichtbij een bron te gaan zitten en sprak zij: “Daphnis, je bent verliefd op Chloë. Dat heb ik ’s nachts van de Nimfen geleerd. In een droom beschreven zij mij jouw tranen van gisteren en zij bevalen mij, die de werken van de liefde heeft geleerd, om jou te redden. En dat zijn geen kussen en omhelzingen en ook niet wat de rammen en bokken doen. Deze sprongen zijn anders en zoeter dan die, want er komt een langere tijd van genot bij kijken. Als het jou dus dierbaar is om bevrijd te worden van jouw ellende en de gezochte prettige dingen te ervaren, kom, vertrouw jezelf aan mij toe als prettige leerling, en ik zal de Nimfen ter wille zijn en je die dingen leren.” Daphnis hield het niet uit van vreugde, maar omdat hij van het platteland was en een geitenhoeder en verliefd en jong, viel hij Lykainion voor de voeten en smeekte haar hem zo snel mogelijk de kunst te leren, waardoor hij met Chloë datgene zou kunnen doen wat hij graag wilde.

Toen Lykainion kennis gemaakt had met zijn herderlijke gulheid, zoals ze die niet verwacht had, begon ze Daphnis op deze manier te onderrichten.