De Egyptenaren hebben, samen met hun klimaat dat afwijkend is van dat bij ons en hun rivier die een ander karakter aan de dag legt dan de rest van de rivieren, voor het merendeel gewoonten en wetten ingesteld die tegenovergesteld zijn aan de rest van de mensen. Bij hen gaan de vrouwen naar de markt en drijven handel, en de mannen blijven thuis en weven. De mannen dragen lasten op hun hoofd, en de vrouwen op hun schouders. De vrouwen plassen rechtop, de mannen zittend. Ze doen hun behoefte in hun huizen en eten buiten op straat, waarbij ze zeggen dat men de aanstootgevende maar noodzakelijke dingen in afzondering moet doen, maar de niet aanstootgevende in het openbaar. Er is geen enkele vrouw priesteres, niet van een mannelijke god en niet van een vrouwelijke, maar mannen zijn het van alle goden en godinnen. Voor de jongens is er geen verplichting om voor hun ouders te zorgen als ze dat niet willen, maar voor de dochters is er een totale verplichting, ook als ze het niet willen.

De priesters van de goden dragen elders lang haar, maar in Egypte scheren zij zich. Bij andere mensen is het bij rouw de gewoonte dat degenen die het het meest betreft, hun hoofd scheren, maar Egyptenaren laten bij sterfgevallen hun haren groeien, zowel die op het hoofd als op hun kin, terwijl ze zich tot dan toe geschoren hadden. Bij andere mensen vindt hun leven afgezonderd van hun dieren plaats, maar de Egyptenaren leiden hun dagelijks leven samen met hun dieren. Anderen leven van tarwe en gerst, maar voor iemand van de Egyptenaren die hiermee zijn leven onderhoudt, is dat een grote schande, maar zij maken hun brood van emmer, dat anderen spelt noemen. Zij kneden deeg met hun voeten, maar klei met hun handen. Anderen laten hun geslachtsdelen zoals ze zijn, behalve degenen die het van hen geleerd hebben, maar de Egyptenaren besnijden zich. Elke man heeft twee kledingstukken, elke vrouw heeft er één. De Grieken schrijven letters en rekenen met getallen  terwijl ze hun hand van links naar rechts brengen, maar de Egyptenaren gaan van rechts naar links, en terwijl ze dat doen, zeggen ze dat zij het handig aanpakken, en de Grieken onhandig. Zij gebruiken twee soorten schrift, en het ene daarvan heet heilig (hiëratisch), en het andere volks (demotisch).