Als iemand aan alle mensen de opdracht zou geven om uit alle gewoonten de mooiste gewoonten uit te kiezen, dan zouden ze, na erover nagedacht te hebben, allemaal hun eigen gewoonten kiezen; zo vinden ze allemaal dat hun eigen gewoonten verreweg de mooiste zijn. Het is ook niet te verwachten dat iemand anders dan een man die gek is, zulke dingen belachelijk zou maken. En dat alle mensen zo over hun gewoonten denken, is mogelijk om uit vele bewijzen te concluderen, onder andere ook hieruit: toen Dareios tijdens zijn heerschappij de aanwezige Grieken bij zich geroepen had, vroeg hij voor hoeveel geld zij bereid waren hun gestorven vaders op te eten, en zij zeiden dat voor geen goud te zullen doen. Daarna riep Dareios van de Indiërs diegenen bij zich die Kallatiërs heten, die hun ouders opeten, en vroeg hun, in het bijzijn van de Grieken, die door een tolk vernamen wat er gezegd werd, voor hoeveel geld zij het zouden accepteren om hun overleden vaders te cremeren, en luid roepend verzochten zij hem zulke dingen niet in de mond te nemen. Zo bestaan er dus deze gewoonten, en heeft Pindaros het volgens mij correct gedicht, toen hij zei dat de gewoonte de koning van allen is.