Zij vermijden het ook zeer om buitenlandse gewoonten toe te passen, niet van andere volkeren en al helemaal  geen Griekse, zoals Anacharsis duidelijk heeft aangetoond. Want toen hij veel landen gezien had en daar veel wijsheid vergaard had, begaf hij zich naar het gebied van de Skythen, en toen hij over de Hellespont voer, legde hij aan bij Kyzikos. En hij ontdekte dat de inwoners van Kyzikos op zeer grootse wijze een feest vierden voor de moeder van de goden, en Anacharsis bad tot de moeder, of hij veilig en gezond naar zijn eigen land mocht terugkeren, en beloofde dat hij op dezelfde manier zou offeren zoals hij de inwoners van Kyzikos zag doen, en een nachtelijk feest zou instellen. En toen hij in het Skythische land aankwam, begaf hij zich naar het gebied dat Hylaia heet (dat naast Achilles’ Renbaan ligt, en toevallig vol staat met allerlei soorten bomen), Anacharsis begaf zich dus daarnaartoe  en voerde het hele feest uit voor de godin, een tamboerijn vasthoudend en ombonden met beeldjes van de godin. Maar nadat iemand van de Skythen bemerkt had dat hij die dingen deed, liet hij dat weten aan koning Saulios, en nadat deze ook zelf gekomen was, toen hij zag dat Anacharsis die dingen deed, schoot hij met zijn boog en doodde hem. En als er nu iemand naar Anacharsis vraagt, dan zeggen de Skythen dat ze hem niet kennen, om die reden dat hij op reis gegaan is naar Griekenland en vreemde gewoonten had gebruikt.

Ten tijde van koning Psammetichos werden wachtposten ingesteld, in Elephantine aan de grens met de Ethiopiërs, en in Daphnai bij Pelousion een andere aan de grens met de Arabieren en de Syriërs, en nog één in Marea aan de grens met Lybië. Nadat de Egyptenaren drie jaar de wacht gehouden hadden, loste niemand hun wacht af, en nadat zij beraadslaagd hadden en een gezamenlijk plan beraamd hadden, liepen ze weg van Psammetichos en gingen naar Ethiopië. Toen Psammetichos dat vernam, achtervolgde hij hen, en toen hij ze inhaalde, deed hij met veel woorden een appèl op ze en wilde niet toelaten dat ze de goden van hun voorvaderen achterlieten en ook hun kinderen en vrouwen. En er wordt gezegd dat één van hen zijn geslachtsdeel liet zien en zei dat waar dat was, daar voor hen ook kinderen en vrouwen zouden zijn. Toen zij in Ethiopië aankwamen, boden ze zichzelf aan de koning van de Ethiopiërs aan. En hij beloonde hen op deze manier: er waren enkele mensen die vijandig waren geworden aan de Ethiopiërs. Hij gaf hun de opdracht om hen uit te drijven en hun land te bewonen. Nadat zij zich bij de Ethiopiërs gevestigd hadden, zijn de gebruiken van de Ethiopiërs beschaafder geworden, door het leren van Egyptische gebruiken.