Euripides
Waarom zit je op deze zitplaats bij een graftombe,
verborgen in een gewaad, o vreemdelinge?

Mnesilochos
Ik word gedwongen
mij door een huwelijk als echtgenote te verenigen met de zoon van Proteus.

Kritylla
Wat, rampzalige, bedrieg je nu de vreemdeling?
Als schurk, vreemdeling, is deze man naar hier gekomen,
naar de vrouwen, voor de diefstal van goud.

Mnesilochos
Blaf maar, terwijl je mijn lichaam bekogelt met beschimping!

Euripides
Vreemdelinge, wie is die oude vrouw die kwaadspreekt over jou?

Mnesilochos
Dat is Theonoƫ, de dochter van Proteus.

Kritylla
Maar bij de twee godinnen,
als ik niet Kritylla ben, de dochter van Antitheos uit Gargettos!
En jij bent een schurk!

Mnesilochos
Zeg zoveel je wilt.
Want ik zal nooit met jouw broer trouwen,
Menelaos verradend, mijn echtgenoot in Troje.

Euripides
Vrouw, wat zei je? Wend je ogen recht naar mijn gezicht!

Mnesilochos
Ik schaam me tegenover jou, omdat ik op mijn kaken geschonden ben.

Euripides
Wat is dit? Sprakeloosheid  grijpt mij aan.
Goden, welke aanblik aanschouw ik? Wie ben je, vrouw?

Mnesilochos
En wie ben jij? Want dezelfde kwestie houdt jou en mij bezig.

Euripides
Ben je een Griekse, of een inheemse vrouw?

Mnesilochos
Een Griekse. Maar ook het jouwe wil ik vernemen.

Euripides
Ik vond je er heel op Helena lijkend uitzien, vrouw.

Mnesilochos
En ik jou op Menelaos, voor zover ik kan opmaken uit je kleding.

Euripides
Je hebt een zeer ongelukkig man correct herkend.

Mnesilochos
O, laat gekomen naar de haard van je echtgenote!
Pak me vast, pak me vast, echtgenoot, sla je armen om me heen!
Kom, laat me je kussen. Haal me weg, weg, haal me weg,
nadat je me heel snel vastgepakt hebt!