(Grieks) (pdf)

De Helikonische Muzen, laat ons lied bij hen beginnen,
zij die de hoge en heilige Helikonberg bezitten
en die met hun tere voeten dansen rond de diepblauwe bron
en rond het altaar van de machtige zoon van Kronos.
Na het wassen van hun zachte huid in de Permessos, 5
of in de Paardenbron, of de heilige Olmeios,
voeren ze op de top van de Helikon hun mooie, bevallige
dansen uit en dartelen ze beweeglijk met hun voeten.
Daarvandaan optrekkend, verborgen in dichte mist,
gaan zij voort in de nacht onder het uitzenden van schone klanken,10
terwijl zij Zeus bezingen, de aegisdrager, en vrouwe Hera,
de Argivische, in gouden sandalen geschoeid,
en de dochter van Zeus, de aegisdrager, Athene, met schrandere ogen,
en Phoibos Apollo en Artemis, de pijlenschietster,
en Poseidon, de aardschrager, de aardschudder,15
en de eerbiedwaardige Themis en Aphrodite, met dartele ogen,
en Hebe, goudbekranst, en de mooie Dione,
en Leto en Iapetos en de listige Kronos
en Eos en de grote Helios en de stralende Selene
en Gaia en de grote Okeanos en de zwarte Nyx20
en het heilige geslacht van de andere onsterfelijken, die altijd leven.
En op een dag onderrichtten zij Hesiodos in schone zang,
toen hij zijn lammeren hoedde, aan de voet van de heilige Helikon.
En deze boodschap spraken de godinnen als eerste tot mij,
de Olympische Muzen, dochters van Zeus, de aegisdrager:25

“Herders op het veld, schooiers, wandelende magen,
wij kunnen veel leugens spreken die waar lijken,
en wij kunnen, als wij willen, dingen zeggen die echt waar zijn.”

Zo spraken de dochters van de grote Zeus met vloeiende woorden
en zij gaven mij een staf, een tak van weelderige laurier,30
na hem te plukken, een wonder om te zien, en zij bliezen mij een goddelijke
stem in, om bekend te maken wat nog zijn zou en wat reeds geweest was.
Zij bevalen mij het geslacht te bezingen van de gelukzaligen die altijd leven,
en om als eerste en als laatste altijd over henzelf te zingen.
Maar waarom schenk ik al die aandacht aan eik en rots?[1]35

Kom dan, laat ons beginnen met de Muzen, die bij Zeus, hun vader,
op de Olympos zijn grootse geest verblijden, wanneer zij zingen,
verhalend over dat wat is, dat wat zijn zal zal en dat wat reeds geweest is,
met harmonieuze stem, en onvermoeibaar vloeit een zoete klank
uit hun monden, en gelach stijgt op in het huis van hun vader,40
de luiddonderende Zeus, dankzij de lelieblanke stem van de godinnen
die zich verbreidt en weerklinkt op de top van de besneeuwde Olympos
en in de woningen der onsterfelijken. Hun goddelijke klank uitzendend
roemen zij met hun zang als eerste het eerbiedwaardige geslacht der goden
uit het begin, hen die Gaia en de wijdse Ouranos ter wereld brachten;45
uit hen werden de goden geboren, de gevers van goede gaven.
En als tweede bezingen zij Zeus, de vader van goden en mensen,
waarbij zij hun lied beginnen en besluiten met
hoezeer hij de beste van de goden is en superieur in kracht.
En dan bezingen zij het geslacht der mensen en van de sterke Giganten,50
en zo verblijden zij de geest van Zeus op de Olympos,
de Olympische Muzen, de dochters van Zeus, de aegisdrager.

Mnemosyne[2] baarde hen in Piëria, in gemeenschap met Kronos’ zoon,
hun vader, zij die heerst over de heuvels van Eleuther.
Het deed haar ellende vergeten, was een moment van rust in haar zorgen.55
Want negen nachten had Zeus, die altijd raad weet, gemeenschap met haar,
toen hij ver van de onsterfelijken haar heilige bed besteeg.
Maar toen er een jaar voorbij was en de seizoenen hun kring voltooiden,
toen de maanden voorbijgingen en er vele dagen verstreken waren,
baarde zij negen dochters, één van zin, bij wie zang60
een grote plaats in het hart had, met hun onbezorgde gemoed,
een weinig verwijderd van de hoogste top van de besneeuwde Olympos.
Daar zijn hun glinsterende dansplekken en hun mooie woningen.
Naast hen hebben de Chariten[3] en Himeros[4] hun huizen
in vreugde. Terwijl zij een lieflijke stem uit hun mond doen klinken65
bezingen zij de wetten van het al, roemen zij de wijze gewoonten
van de onsterfelijken, terwijl zij een zeer lieflijke stem doen klinken.
Toen gingen zij naar de Olympos, groot gaand op hun schone stem,
op hun hemelse gezang. Rondom resoneerde de zwarte aarde
terwijl ze zongen, en een liefelijk geluid rees op van onder hun voeten70
terwijl ze naar hun vader gingen. Hij is koning in de hemel,
in het bezit van donder en weerlichtende bliksem,
hij die met kracht zijn vader Kronos overwon, en op goede wijze deelde
hij ieder van de onsterfelijken het zijne toe en stelde hij hun domeinen vast.

Die dingen dus zongen de Muzen, die Olympische woningen hebben,75
negen dochters geboren uit de grote Zeus,
Kleio en Euterpe en Thaleia en Melpomene
en Terpsichore en Erato en Polymnia en Ourania
en ook Kalliope; zij is de voornaamste van hen allen,
want zij houdt het gezelschap van eerbiedwaardige koningen.[5]80
Elke mens die zij eren, de dochters van de grote Zeus,
en die zij geboren zien worden onder de godgeboren koningen,
op zijn tong gieten ze zoete dauw
en uit zijn mond vloeien goede woorden, en de mensen,
allemaal, ze zien naar hem wanneer hij rechtspreekt85
met rechtvaardige oordelen. En hij, trefzeker sprekend,
zou zelfs een grote twist terstond wijs ten einde brengen.
Want daarom zijn er weldenkende koningen, om mensen die
de verkeerde kant op gaan in de vergadering op het rechte pad te zetten,
met groot gemak, door op hen in te praten met zachte woorden.90
En wanneer hij door de vergadering loopt, begroeten ze hem als een god,
met eerbiedige genegenheid, en hij heeft aanzien onder de vergaderden.
Zo is de heilige gave van de Muzen aan de mensen.
Want dankzij de Muzen en de trefzekere Apollo
zijn er zangers en citerspelers op de aarde,95
en koningen dankzij Zeus. En die man is gezegend, die de Muzen
liefhebben; een zoete stem vloeit uit zijn mond.
Want wanneer iemand verdriet heeft in zijn pasgetroffen gemoed
en kreunt terwijl hij treurt in zijn hart, maar een zanger,
een dienaar van de Muzen, over de roem van mensen van vroeger100
zingt, en over de gelukzalige goden die de Olympos bezitten,
dan vergeet hij snel zijn donkere gedachten, zijn zorgen herinnert hij
zich niet, snel brengen de gaven der godinnen hem daarvan af.

Gegroet, kinderen  van Zeus, schenk mij een mooi lied.
Roem het heilige geslacht der onsterfelijken, die altijd leven,105
die geboren zijn uit Gaia en uit sterrenrijke Ouranos,

en uit duistere Nyx, en die de zilte Pontos grootbracht.[6]
Vertel hoe in het begin de goden en de aarde ontstonden
en de rivieren en de onmetelijke zee, bruisend met zijn golven,
en de stralende sterren en de wijdse hemel daarboven110
en hoe de goden uit hen geboren werden, de gevers van  goede gaven,
en hoe zij hun rijkdom verdeelden en hun domeinen afbakenden
en ook hoe zij in het begin de Olympos met zijn vele valleien in bezit namen.
Muzen, gij die Olympische woningen hebt, vertel mij dat alles
vanaf het begin en zeg mij wat daarvan het eerst gebeurd is.115

Als allereerste ontstond Chaos, en daarna
Gaia, met haar brede borst, altijd bestendig fundament voor alle
onsterfelijken, die de toppen van de besneeuwde Olympos in bezit hebben,
en nevelige Tartaros, in de krochten van de aarde met haar brede wegen,
en Eros, die de mooiste is onder de onsterfelijke goden,120
hij maakt het lichaam los en bij alle goden en alle mensen
overmeestert hij de geest in hun borst en hun gezond verstand.
Uit Chaos werden Erebos en de zwarte Nyx geboren,
uit Nyx werden vervolgens Aither en Hemera geboren,
die zij baarde nadat zij zwanger werd door haar gemeenschap met Erebos.[7]125
Gaia bracht eerst Ouranos voort, aan haarzelf gelijk,
rijk aan sterren, zodat hij haar aan alle kanten zou bedekken,
om een altijdbestendig fundament te zijn voor de gelukzalige goden.
En zij bracht de hoge Bergen voort, bevallige woonoorden voor de goddelijke
Nimfen, die de bosrijke bergen bewonen.130
Ook baarde zij de uitgestrekte zee, bruisend met zijn golven,
Pontos, zonder het genot van de liefdesdaad, maar daarna
lag ze samen met Ouranos en baarde ze Okeanos, met zijn diepe kolken,
en Koios en Krios en Hyperion en Iapetos
en Theia en Rhea en Themis en Mnemosyne en 135
de goudbekranste Phoibe en de lieflijke Tethys.
En na hen werd als jongste de listige Kronos geboren,
de geduchtste van hun kinderen, en hij haatte zijn krachtige vader.[8]

Daarna bracht zij de Kyklopen voort, in het bezit van trotse harten,
Brontes en Steropes, en ook Arges met zijn sterke wil,140
die aan Zeus de donder gaven en voor hem de bliksem vervaardigden.
In al het overige leken zij op de goden,
maar er bevond zich slechts één oog midden in hun voorhoofd.
Het waren Kyklopen, een passende naam, want
er bevond zich één rond oog in hun voorhoofd.[9]145
Kracht en macht en vermogens vergezelden hun daden.

Anderen nog werden uit Gaia en Ouranos geboren,
drie kinderen, groot en machtig, onbeschrijflijk,
Kottos en Briareos en Gyes, overdadige kinderen.
Honderd armen ontsproten aan hun schouders,150
niet te vatten, en bij elk stonden er vijftig hoofden
vanuit hun schouders op gedrongen nekken.
Hun kracht was niet te vatten zo sterk, vervat in hun grote gestalte.
Van alle kinderen die uit Gaia en Ouranos geboren werden
waren zij de verschrikkelijkste, en zij werden gehaat door hun vader155
vanaf het begin, en op het moment dat er één van hen geboren was
borg hij ze allemaal weg, en hij liet ze niet naar het daglicht komen,
weg in een hol in de Aarde, en Ouranos was blij met zijn slechte daad.
Maar de reusachtige Gaia kreunde van binnen,
omdat zij te vol zat, en zij bedacht een listig, boosaardig plan.160
Meteen maakte zij een materiaal, het grijze adamant,
en zij vervaardigde een grote sikkel en sprak tot haar dierbare kinderen,
en zij sprak hen bemoedigend toe, hoewel zij treurde in haar eigen hart:

“Mijn kinderen van een ontaarde vader, als jullie bereid zijn om mij
te gehoorzamen, dan kunnen we jullie vaders gemene wandaad straffen,165
want hij bedacht als eerste schandelijke daden.”

Zo sprak zij, maar angst greep allen aan en niemand van hen
zei een woord. Maar de grote, listige Kronos verzamelde zijn moed
en sprak op zijn beurt een antwoord tot zijn dierbare moeder:

“Moeder, ik beloof dat ik deze taak zal uitvoeren,170
want ik geef niets om mijn vader, deze naam onwaardig,
want hij bedacht als eerste schandelijke daden.”

Zo sprak hij, en de reusachtige Gaia verheugde zich zeer in haar hart.
Ze verborg hem en liet hem in een hinderlaag liggen; in zijn handen plaatste zij
de getande sikkel, en ze deed hem haar hele plan uit de doeken.175

De grote Ouranos kwam, de nacht met zich meevoerend, en hij strekte zich
rondom Gaia uit, verlangend naar de liefdesdaad, en hij omsloot haar
van alle kanten. Zijn zoon reikte uit zijn hinderlaag met zijn linkerhand
en met zijn rechter greep hij de vervaarlijke sikkel,
lang en getand, en zonder dralen sneed hij de geslachtsdelen180
van zijn eigen vader af, en wierp ze achter zich zodat ze snel van hem weg
vielen. En ze ontkwamen niet vruchteloos aan zijn hand,
want alle bloeddruppels die wegvloeiden,
Gaia ontving ze, en met het voorbijgaan der jaren
bracht zij de sterke Erinyen[10] voort en de grote Giganten, 185
glanzend in hun wapenrusting, met lange speren in hun handen,
en de Nimfen die ze Meliaden[11] noemen op de eindeloze aarde.
En nadat hij de geslachtsdelen met adamant had afgesneden
en van het vasteland in de hevig deinende zee geworpen had,
werden ze lange tijd over zee gedragen, en rondom hen rees190
een wit schuim op uit de onsterfelijke huid, en daarin groeide
een meisje op. Zij kwam eerst bij het hoogheilige Kythera,
en bereikte vandaaruit vervolgens het door stromen omgeven Cyprus.
Zij kwam naar buiten, een ontzagwekkend mooie godin, en rondom sproot
het gras op onder haar slanke voeten. Aphrodite,195

de uit schuim geboren godin, de mooibekranste Kytherische
noemen goden en mensen haar, omdat zij in het schuim
opgegroeid is[12], en Kytherische, omdat ze in Kythera is geweest,
en Cyprusgeborene, omdat zij op het hevig deinende Cyprus geboren is,
en Philommedes[13], omdat zij uit geslachtsdelen tevoorschijn kwam.200
Eros trok met haar op en de mooie Himeros[14] vergezelde haar,
zodra zij geboren was en naar de volksstam der goden ging.
Dit domein heeft zij vanaf het begin en heeft zij ontvangen als
het haar toegemeten deel bij mensen en onsterfelijke goden:
lieve meisjeswoorden, hun glimlachen en verleidingsspel,205
zoet genot, de liefdesdaad en tederheid.

Hun vader gaf aan hen de naam ‘Titanen’,
waarmee de grote Ouranos af gaf op zijn kinderen, die hij zelf verwekt had.
Hij zei dat zij in hun ontaardheid gereikt[15] hadden naar het verrichten
van een grote daad, waarvoor later nog een straf zou komen.210

Nyx baarde de huiveringwekkende Moros en de zwarte Kèr,
en Thanatos, en zij baarde Hypnos, en zij baarde de volksstam der Dromen[16],
en vervolgens nog Momos en Oizus, vol van smarten[17],214
de duistere Nyx baarde hen, zonder dat de godin met iemand lag,213
en ook de Hesperiden, die aan gene zijde van de roemrijke Okeanos215
zorg dragen voor mooie gouden appels en hun vruchtdragende bomen.[18]
En ook de Moiren en de meedogenloos straffende Kèren verwekte zij[19],
Klotho en Lachesis en Atropos, die aan stervelingen,
wanneer ze geboren worden, voor- en tegenspoed toedelen om te hebben
en die de overtredingen van mensen en goden vervolgen,220
en nooit staken de godinnen hun vreselijke toorn,
voordat ze degene die iets misdeed met boze wraak hebben terugbetaald.
En de dodelijke Nyx baarde ook Nemesis, een kwelling voor sterfelijke
aardbewoners[20], en daarna baarde zij Bedrog en Liefdesdaad
en de verderfelijke Ouderdom,  en zij baarde Eris, met haar krachtige gemoed.[21]225

En huiveringwekkende Eris baarde Ponos, rijk aan smarten,
en Lethe en Limos[22] en de tranenrijke Smarten
en Gevechten en Strijd en Moord en Doodslag
en Ruzies en Leugens en Redetwistende Woorden
en Wetteloosheid en Ate, met elkaar verbonden[23],230
en Horkos[24], die het meest de mensen op aarde
kwelt, wanneer iemand met opzet een valse eed zweert.

Pontos verwekte Nereus, die oprecht is en zonder leugen,
de oudste van zijn kinderen, en ze noemen hem de oude man,
omdat hij onfeilbaar is en vriendelijk, en de goddelijke wetten niet235
vergeet, maar rechtvaardige en vriendelijke gedachten heeft.
En ook nog de grote Thaumas en de manhaftige Phorkys,
door gemeenschap te hebben met Gaia, en Keto, met haar schone wangen,
en Eurybia, die een hart van adamant heeft in haar borst.

Zeer lieftallige godinnenkinderen werden geboren uit Nereus,240
in de uitgestrekte zee, en uit Doris, met haar mooie haren,
de dochter van Okeanos, de grote wereldstroom:
Ploto[25] en Eukrante en Sao en Amphitrite
en Eudora en Thetis en Galene en Glauke,
Kymothoë en Speio en Thoë en de lieflijke Halia245
en Pasithea en Erato en de rozenarmige Eunike
en de bevallige Melite en Eulimene en Agaue
en Doto en Proto en Pherousa en Dynamene
en Nesaia en Aktaia en Protomedeia,
Doris en Panopeia en Galateia, mooi van gestalte,250
en de lieftallige Hippothoë en de rozenarmige Hipponoë
en Kymodoke—die de golven van de troebele zee
en de vlagen van de stormende winden met gemak tot bedaren brengt,
samen met Kymatolege en met Amphitrite, met haar mooie enkels—
en Kymo en Eïone en mooibekranste Halimede255
en Glaukonome, die houdt van lachen, en Pontoporeia
en Leagora en Euagora en Laomedeia
en Poulynoë en Autonoë en Lysianassa
en Euarne, lieftallig van vorm en onberispelijk van uiterlijk,
en Psamathe, bevallig van gestalte, en de goddelijke Menippe260
en Neso en Eupompe en Themisto en Pronoë
en Nemertes, die het verstand heeft van haar onsterfelijke vader.[26]
Zij zijn geboren uit de onberispelijke Nereus,
vijftig dochters, bedreven in onberispelijke werken.

Thaumas nam een dochter van de diepstromende Okeanos,265
Elektra, als vrouw en zij baarde de gezwinde Iris[27]
en de schoonharige Harpijen, Aëllo en Okypete[28],
die de windvlagen en de vogels vergezellen
met hun snelle vleugels, want hoog in de lucht vlogen ze.

Keto baarde voor Phorkys de schoonwangige Graiai,270
grijs vanaf hun geboorte, dus noemen
de onsterfelijke goden en de mensen die op aarde lopen hen de Graiai[29],
Pemphredo, de mooigeklede, en Enyo, de geelgeklede.
En zij baarde de Gorgo’s, die aan gene zijde van de roemrijke Okeanos wonen,
aan de rand van de Nacht, waar de Hesperiden zijn, met hun heldere stem,275
Sthenno en Euryale en ook Medusa, die smarten te verduren kreeg.
Zij was sterfelijk, de andere twee waren onsterfelijk en werden niet oud.
Met haar legde de Donkerharige[30] zich neer,
in een zachte weide, tussen de lentebloemen,
en toen Perseus haar hoofd afhakte,280
sprong er de grote Chrysaor uit en ook het paard Pegasos,
dat deze naam had, omdat hij bij de bronnen van Okeanos geboren was,
en de ander omdat hij een gouden zwaard in zijn eigen handen hield.[31]
De een vloog weg en verliet de aarde, de moeder van schaapskudden,
en kwam aan bij de onsterfelijken, en hij woont in de hallen van Zeus,285
de donder en bliksem dragend voor Zeus, die vol wijze raad is.
En Chrysaor verwekte de driehoofdige Geryones
in gemeenschap met Kallirhoë, dochter van de roemrijke Okeanos.
De sterke Herakles sloeg hem neer bij zijn runderen,
met hun schommelende loop, op het door stromen omgeven Erytheia,290
op de dag dat deze zijn runderen, met hun brede koppen, wegdreef
naar het heilige Tiryns, nadat hij de straat van Okeanos was overgestoken
en Orthos gedood had en Eurytion de koeherder[32],
in hun nevelig verblijfsoord aan gene zijde van de roemrijke Okeanos.

En zij baarde een ander monster dat niet te stoppen is,295
in niets lijkend op sterfelijke mensen of onsterfelijke goden,
in een holle grot, de goddelijke, wilskrachtige Echidna,
voor de helft een jonge vrouw, met beweeglijke ogen en mooie wangen,
en voor de helft een monster, een slang, groot en verschrikkelijk,
kronkelend, rauw vlees etend, in de diepten van de goddelijke aarde.300
Daar beneden heeft zij haar hol, onder een holle rots,
ver weg van onsterfelijke goden en sterfelijke mensen,
daar deelden de goden haar roemrijke hallen toe om te bewonen.
Onder de aarde houdt zij de wacht bij de Arimoi[33], de vervaarlijke Echidna,
een onsterfelijke jonge vrouw die niet ouder wordt, al haar dagen.305

Ze zeggen dat Typhaon gemeenschap met haar had in liefdesdaad, hij,
de vreselijke, overmoedige en wetteloze, met het meisje met de beweeglijke ogen,
en zij werd zwanger en baarde kinderen met een sterke wil.
Orthos baarde zij als eerste, de hond van Geryones,
en als tweede baarde zij de niet te stoppen, niet te beschrijven310
Kerberos, de vleesetende hond van Hades met een stem van brons,
met vijftig hoofden, krachtig en nergens bang voor,
en als derde bracht zij de Hydra van Lerna voort, bedreven in onzalige zaken.
Hera, de blankarmige godin, bracht haar groot,
gruwelijke wrok koesterend jegens de sterke Herakles.315
Maar de zoon van Zeus doodde haar met genadeloos brons,
de zoon van Amphitryon, samen met de strijdlustige Iolaos,
Herakles, op aandringen van Athene, verzamelaarster van buit.
En zij baarde de Chimaira, die vuur ademt dat niet te stoppen is,
angstaanjagend en groot en snelvoetig en sterk.320
Zij had drie koppen: één van een leeuw, met van strijdlust vlammende ogen,
één van een geit en één van een slang, een krachtig serpent,
van voren leeuw, van achteren slang, in het midden een geit,
een verzengend vuur uitademend van vreselijke kracht.
Pegasos overwon haar, en de edele Bellerophontes,325
maar zij had de dodelijke Sphinx gebaard, een ramp voor het volk van Kadmos,
na onder Orthos gelegen te hebben. Ook baarde zij de Nemeïsche Leeuw.
Hera bracht hem groot, de glorierijke vrouw van Zeus,
en liet hem wonen in de heuvels van Nemea, een kwelling voor de mensen.
Daar woonde hij en dreef de volksstammen der mensen tot wanhoop,330
heersend over de Nemeïsche Tretos en Apesas[34],
maar macht van de sterke Herakles bedwong hem.

En Keto had gemeenschap met Phorkys in liefdesdaad en bracht haar jongste kind
voort, een vreselijke slang, die in de diepten aan de verre uiteinden
van de donkere aarde volledig gouden appels bewaakt.[35]335
Dat is het geslacht van Keto en Phorkys.

Tethys baarde voor Okeanos de wervelende Rivieren,
Nijl en Alpheios en de Eridanon met zijn diepe wervelingen,
Strymon en Meander en de Ister[36] met zijn mooie stromen,
en Phasis en Rhesos en de Acheloios met zijn zilveren wervelingen,340
en Nessos en Rhodios en Haliakmon en Heptaporos,
en Granikos en Aisepos en de goddelijke Simoeis,
en Peneios en Hermos en de Kaïkos met haar mooie stromen,
en de grote Sangarios en Ladon en Parthenios,
en Euenos en Ardeskos en de goddelijke Skamander.345

En zij baarde een heilig geslacht van dochters, die overal op aarde
jonge mannen opvoeden, samen met de heer Apollo
en met de Rivieren—die bestemming hebben ze van Zeus gekregen:
Peitho[37] en Admete en Ianthe en Elektra
en Doris en Prymno en Ourania, goddelijk van gestalte,350
en Hippo en Klymene en Rhodeia en Kallirhoë
en Zeuxo en Klytia en Idyia en Pasithoë
en Plexaura en Galaxaura en de lieftallige Dione
en Melobosis en Phoë en Polydora, schoon van uiterlijk,
en Kerkeïs, beminnelijk van gestalte, en Plouto met haar koeienogen,355
en Perseïs en Ianeira en Akaste en Xanthe
en de lieflijke Petraia en Menestho en Europa
en Metis en Eurynome en Telesto, de geelgeklede,
en Chryseïs en Asia en de beminnelijke Kalypso
en Eudora en Tyche en Amphiro en Okyrhoë360
en Styx, die de aanzienlijkste is van allemaal.
Deze werden geboren uit Okeanos en Tethys
als oudste dochters, en er zijn nog vele andere,
want er zijn drieduizend Okeaniden, met slanke enkels,
die overal verspreid de aarde en de waterdiepten365
op eendere wijze vergezellen, glanzende godinnenkinderen.
En al die andere rivieren, luidruchtig stromend,
zonen van Okeanos, die vrouwe Tethys heeft voortgebracht,
een sterfelijke mens zou moeilijk al hun namen kunnen opnoemen,
maar allen die er in de buurt wonen, kennen ze.370

En Theia baarde de grote Helios en de stralende Selene
en Eos—die haar licht doet schijnen over allen die op aarde wonen
en over de onsterfelijke goden, die de wijdse hemel bezitten—
nadat zij onder Hyperion gelegen had in liefdesdaad.[38]

En voor Krios baarde Eurybia, de goddelijkste der godinnen,375
de grote Astraios en Pallas, na gemeenschap te hebben in liefdesdaad,
en Perses, die allen overtrof in kennis.

En voor Astraios baarde Eos de onstuimige winden,
de Zephyr die opklaring brengt, de snel voortgaande Boreas
en Notos[39], nadat de godin met de god in liefdesdaad gelegen had.380
En na hen baarde Erigeneia de Morgenster[40]
en de stralende sterren, waarmee de hemel bekranst is.

En Styx, dochter van Okeanos, had gemeenschap met Pallas en baarde
in haar hallen Zelos en Nike met haar mooie enkels,
en ook Kratos en Bia bracht zij voort, roemvolle kinderen,[41]385
Hun huis is niet ver weg van Zeus, en zij hebben geen rustplaats
en gaan geen weg waar de god niet hun leidsman is,
maar altijd zijn zij gezeten bij de luiddonderende Zeus.
Want zo besloot Styx, de onvergankelijke dochter van Okeanos,
op die dag, toen de Olympische bliksemslingeraar alle390
onsterfelijke goden naar de hoge Olympos riep
en zei dat elk van de goden die met hem tegen de Titanen zou strijden,
niet van zijn eergeschenken zou worden beroofd, en dat ieder het domein
zou behouden dat hij daarvoor onder de onsterfelijke goden had gehad.
En hij zei dat wie onder Kronos zonder domein of eergeschenk was geweest,395
een domein met eergeschenken zou verwerven dat billijk was.
En de onvergankelijke Styx kwam als eerste naar de Olympos,
samen met haar kinderen, op raadgeving van haar dierbare vader.
En Zeus bracht haar eer en gaf haar overvloedige geschenken.
Want hij stelde haar aan om een grote eed voor de goden te zijn,400
en haar kinderen om alle dagen met hem te zijn.
En voor hen allen bracht hij het precies zoals hij beloofd had
tot vervulling, want hij heerst en regeert souverein.

En Phoibe kwam naar het zeer bekoorlijke bed van Koios.
De godin werd vervolgens zwanger in de liefdesdaad met de god405
en zij bracht Leto voort, de donkergeklede, de altijd milde,
vriendelijk tegenover mensen en onsterfelijke goden,
mild van aanvang af, de meest vriendelijke op de Olympos.
En zij bracht Asteria voort, van goede naam, die Perses eens
naar zijn grote huis voerde om zijn dierbare echtgenote te heten.410
En zij werd zwanger en baarde Hekate, die Zeus, de zoon van Kronos,
boven allen eerde en aan wie hij schitterende geschenken gaf,
om het haar toegemeten deel te bezitten van de aarde en van de uitgestrekte zee.
Ook aan de eer van de sterrenrijke hemel kreeg zij deel
en door de goden wordt zij hoog geëerd.415
Want ook nu, wanneer ergens iemand van de mensen die op aarde wonen
volgens goed gebruik verzoening zoekt door het brengen van mooie offers,
dan roept hij Hekate aan. En veel eer vergezelt de mens,
met het grootste gemak, van wie de godin goedgunstig de gebeden verhoort,
en ze geeft hem voorspoed, want dat ligt in haar macht.420
Want van allen die uit Gaia en Ouranos geboren zijn
en een domein ontvangen hebben, van hen allen heeft zij haar deel.
Kronos’ zoon heeft haar geen geweld gedaan en haar niets afgenomen
van wat zij bij de Titanen, de vorige goden, ontvangen had,
maar zoals eerst, in het begin, de verdeling, was, zo bezit zij425
haar deel van de macht op aarde, in de hemel en op de zee,427
en omdat ze een eniggeborene is, ontving de godin niet minder eer,426
maar juist nog veel meer, omdat Zeus haar eer betoont.428
Zij verleent op grootse wijze bijstand aan wie zij wil en zij helpt hem.
Tijdens een rechtzaak zit zij naast gerespecteerde vorsten434
en in de volksvergadering laat zij onder de mensen uitblnken wie zij wil,430
en wanneer mannen zich wapenen voor de verwoesting brengende oorlog,
dan staat de godin daar aan hun zijde, om aan wie zij wil
goedgunstig de overwinning te doen toekomen en roem te verstrekken.433
Goed is zij ook wanneer mannen een wedstrijd houden,435
ook daar staat de godin hen bij en helpt hen,
en degene die wint met sterkte en overmacht, een mooie prijs
wint hij met gemak en vol vreugde, en hij bezorgt roem aan zijn ouders.
Goed is zij bij het verlenen van bijstand aan ruiters, aan wie zij maar wil.
En aan hen die op de glanzende, ruwe zee hun werk doen440
en die bidden tot Hekate en tot de luiddreunende Aardschokker,
bezorgt de roemvolle godin met gemak een grote vangst,
en met gemak neemt ze het getoonde weer weg, als ze dat wil in haar hart.
Goed is zij in de stallen, om samen met Hermes het vee te doen toenemen,
kuddes runderen en omvangrijke kuddes van geiten445
en kuddes van wollige schapen, als zij dat in haar hart wil,
uit een klein aantal laat ze ze toenemen en uit een groot aantal maakt ze ze minder.
Zodoende, al is zij de eniggeborene uit haar moeder,
bezit zij onder alle onsterfelijken eer door haar belangrijke positie.
De zoon van Kronos stelde haar aan als voedster voor kinderen, die na haar450
met hun ogen het licht van de alziende Dageraad schouwen.
Zo is zij van den beginne voedster voor kinderen, en dat zijn haar domeinen.

Rhea lag onder Kronos en baarde schitterende kinderen,
Hestia, Demeter en Hera, in gouden sandalen geschoeid,
en de sterke Hades, die onderaardse hallen bewoont,455
die een medogenloos hart heeft, en de luid dreunende Aardschokker,
en Zeus, die vol goede raad is, vader van goden en mensen,
en onder zijn donder siddert de wijdse aarde.
De grote Kronos slokte hen op, zodra elk van hen
vanuit de buik van zijn heilige moeder haar knieën bereikte,460
met als opzet dat niemand van de verheven hemelbewoners,
geen ander onder de onsterfelijken, het koningschap in bezit zou hebben.
Want van Gaia en van sterrenrijke Ouranos had hij vernomen
dat het zijn lot was om door zijn eigen kind overmeesterd te worden,
sterk als hij was, dankzij de plannen van de grote Zeus.465
Hij negeerde het niet, maar was op zijn hoede
en slokte zijn kinderen op, en ondraaglijk verdriet had Rhea in bezit.
Maar toen zij op het punt stond om Zeus, vader van goden en mensen,
te baren, toen smeekte ze haar dierbare ouders,
haar eigen ouders, Gaia en de sterrenrijke Ouranos,470
om een plan te bedenken, waardoor ze ongezien haar dierbare kind
kon baren en de wraakgodin hem zou straffen vanwege zijn vader
en vanwege zijn kinderen, die de grote, listige Kronos opgeslokt had.
En zij gaven gehoor aan hun dierbare dochter en gehoorzaamden haar
en zij vertelden haar alles wat voorbestemd was om te gebeuren475
aangaande koning Kronos en zijn stoutmoedige zoon.
Zij zonden haar naar Lyktos, naar het vruchtbare land van Kreta,
toen zij op het punt stond de jongste van haar kinderen te baren,
de grote Zeus. De reusachtige Gaia ontving hem van haar
in het wijdse Kreta om hem op te voeden en groot te brengen.480
Daar kwam ze hem brengen, tijdens de snelle, zwarte nacht,
direct naar Lyktos, en ze nam hem in haar handen en verborg hem
in een diepe grot, diep onder de goddelijke aarde,
in de dicht met bossen bedekte berg Aigaios.
En ze wikkelde een grote steen in doeken en gaf die aan hem,485
aan de zoon van Ouranos, de grote heerser, de vorige koning der goden.
Hij nam hem toen in zijn handen en stopte hem in zijn maag,
de ongelukkige, want hij besefte niet dat achter zijn rug om
in plaats van de steen zijn eigen zoon onverslagen en onbezorgd
achterbleef, die hem weldra met krachtige hand zou overmeesteren490
en van zijn troon zou stoten en die zelf zou heersen onder de onsterfelijken.

Snel groeiden toen de kracht en de prachtige ledematen
van deze vorst, en met het verstrijken der jaren,
door slim gekozen woorden van Gaia misleid,
bracht de grote, listige Kronos zijn kroost weer omhoog,495
verslagen door de handigheid en de kracht van zijn zoon.
Als eerste braakte hij de steen op die hij als laatste had opgeslokt;
deze plaatste Zeus op de aarde met haar brede wegen,
in Pytho, in de heilige dalen aan de voet van de Parnassos,
om een teken te zijn voor later, een wonder voor sterfelijke aardbewoners.500
Hij bevrijdde zijn vaders broers van hun vreselijke boeien,
de zonen van Ouranos, die hun vader in zijn waanzin had geboeid.
Zij waren hun dank voor zijn weldaden indachtig
en gaven hem donder en vlammende bliksem
en weerlicht. Voordien had de reusachtige Gaia ze verborgen,505
op deze wapens steunend heerst hij over sterfelijken en onsterfelijken.

Iapetos trouwde met een meisje met mooie enkels, een dochter van Okeanos,
Klymene, en besteeg het gezamenlijke bed.
Zij bracht voor hem een kind voort, de stoutmoedige Atlas,
en zij baarde de zeer roemvolle Menoitios en Prometheus,510
vol met allerlei plannen, en de onverstandige Epimetheus,
die vanaf het begin ellende bezorgde aan de arbeidzame mensen,
want hij kreeg als eerste van Zeus een geboetseerd meisje
als vrouw. Maar Zeus, die alles overziet, heeft de brutale Menoitios
omlaaggestuurd naar Erebos, door hem te treffen met gloeiende bliksem,515
omdat hij aanmatigend was en zich te veel liet gelden.
En Atlas houdt onder zware dwang de wijdse hemel vast,
staande aan de uiteinden der aarde, bij de Hesperiden met hun
heldere stem, met zijn hoofd en zijn onvermoeibare handen,
want dat lot heeft raadgever Zeus hem toebedeeld. 520
En Prometheus, met zijn vele plannen, ketende hij in onbreekbare boeien,
in pijnlijke ketenen, nadat hij ze midden door een zuil dreef,
en hij liet een adelaar met lange vleugels op hem los,
en die at zijn onsterfelijke lever, en hij groeide weer terug, helemaal hetzelfde,
’s nachts, alles wat daarvoor overdag de langvleugelige vogel gegeten had. 525
De sterke zoon van Almene, met haar mooie enkels,
heeft hem gedood, Herakles. Daarmee verwijdede hij de ellendige kwelling
van de zoon van Iapetos en bevrijdde hij hem van zijn zorgen,
en dat niet tegen de wil van de Olympische Zeus, die in den hoge heerst,
zodat de roem van Herakles, afkomstig uit Thebe, 530
nog groter zou zijn dan daarvoor, op de voedselrijke aarde.
Die dingen op het oog hebbend, eerde hij zijn beroemde zoon,
en hoewel hij boos was, zag hij af van de woede die hij voordien had gehad
omdat de ander plannen gesmeed had tegen de machtige zoon van Kronos.
Want toen goden en sterfelijke mensen onderling verdeeld waren535
in Mekone, toen deelde hij met vooruitziende blik een groot rund
in stukken en diende ze op, het verstand van Zeus bedriegend.
Want bij de mensen plaatste hij het vlees en de ingewanden, vettig met vet,
ingepakt in de huid, nadat hij ze had bedekt met de maag van het rund,
en bij Zeus plaatste hij de witte runderbotten, na ze met een slimme truc540
op te stapelen en ze te bedekken met glimmend vet.
De vader van mensen en goden sprak toen tot hem:

“Zoon van Iapetos, roemvolste aller heersers,
mijn beste, je hebt de porties wel heel ongelijk verdeeld!”

Zo sprak Zeus met een sneer, hij die altijd raad weet.545
Toen sprak de listige Prometheus tot hem,
zacht glimlachend, en zijn slimme truc niet vergetend:

“Roemvolste Zeus, grootste van de altijdlevende goden,
neem van deze dingen datgene wat je hart in je borst je ingeeft.”

Zo sprak hij vol listigheid, maar Zeus, die altijd raad weet,550
doorzag de list en was niet onwetend, maar in zijn hart overwoog hij kwaad
voor de sterfelijke mensen, en dat zou ook bewaarheid worden.
Met beide handen tilde hij het witte vet op
en hij raakte vertoornd in zijn borst, toorn kwam op in zijn hart,
toen hij de witte runderbotten zag, met slimme truc gestapeld.555
Sinds die tijd verbranden de mensenstammen op aarde voor de onsterfelijken
witte botten op welriekende altaren.
Maar tot hem sprak Zeus, de wolkenvergaarder, hevig vertoornd:

“Zoon van Iapetos, meer plannen kennend dan wie ook,
mijn beste, je bent je slimme trucs nog niet vergeten!”560

Zo sprak de woedende Zeus, die altijd raad weet.
Vanaf dat moment altijd zijn list indachtig blijvend,
onthield hij de kracht van het onvermoeibare vuur
aan de essenhouten, sterfelijke mensen die op aarde wonen.
Maar de voortreffelijke zoon van Iapetos bedroog hem565
door de van verre zichtbare glans van het onvermoeibare vuur te stelen
in een holle reuzenvenkel, en dat sneed diep in het gemoed
van Zeus, die in den hoge dondert, en zijn dierbare hart werd woedend,
toen hij de van verre zichtbare glans van het vuur onder de mensen zag.
Onmiddellijk stichtte hij onheil voor de mensen, als tegenwicht voor het vuur, 570
want de alombekende Dubbel Kreupele[42] boetseerde uit aarde
de beeltenis van een een eerbaar meisje, op aangeven van Kronos’ zoon.
Athene, de godin met de schrandere ogen, gaf haar een riem en tooide haar
met zilveren kleding, en aan haar hoofd bevestigde ze
met haar handen een kunstig gemaakte sluier, een wonder om te zien,575
en om haar hoofd legde Pallas Athene kransen,
lieflijke bloemen van pasontloken kruid
En op haar hoofd plaatste ze een gouden kroon,
die de alombekende Dubbel Kreupele zelf had gemaakt, hem met zijn handen
vormend, tegemoetkomend aan het verlangen van vader Zeus.580
Veel kunstige zaken had hij erop vervaardigd, een wonder om te zien:
de vele dieren die op het land leven of in de zee,
veel daarvan had hij erop gezet, en een grote aantrekkingskracht ging van hen uit;
ze wekten bewondering, omdat ze sprekend leken op levende wezens.

En toen hij het mooie kwaad had gemaakt, als tegenwicht voor het goede,585
leidde hij haar naar buiten, waar de andere goden waren en de mensen,
trots op haar sieraden van de felogige dochter van een machtige vader.
Bewondering hield de onsterfelijke goden en sterfelijke mensen in zijn greep,
toen zij de doortrapte list te zien kregen, onweerstaanbaar voor de mensen.

Van haar is het vrouwelijke geslacht der vrouwen afkomstig,590
want van haar stamt het verderfelijke geslacht, de vrouwensoort,
die als grote kwelling tussen de sterfelijke mannen woont,
geen toeverlaat bij verderfelijke armoede, maar wel present bij rijkdom.
Zoals bijen, wanneer ze in hun bijenkorven
de darren voeden, die bende kwaaddoeners—595
vanaf het moment dat de dag begint tot aan zonsondergang
spannen zij zich de hele dag in en leggen witte honingraten,
maar die anderen blijven binnen in de korven
en stoppen andermans arbeid in hun eigen maag—
zo ook heeft hij vrouwen tot een kwaad voor sterfelijke mannen600
gemaakt, Zeus, die in den hoge dondert, een bende bezorgers van smarten.
Nog een ander kwaad bracht hij in het leven, als tegenwicht voor het goede:
Iedereen die, het huwelijk en de onheilzame werken van vrouwen ontvluchtend,
niet wil trouwen, die bereikt de verwoestende ouderdom
zonder iemand die hem verzorgt, en bij leven heeft hij geen gebrek605
aan leeftocht, maar eenmaal gestorven verdelen verre verwanten zijn bezit.
Degene aan wie het lot van het huwelijk ten deel valt
en die een degelijke vrouw treft, die hem goed naar de zin is,
ook bij hem treedt er vanaf het begin voortdurend kwaad op als tegenwicht
voor het goede, en degene die er een van het slechte soort treft,610
hij leeft met een niet aflatende smart in zijn borst,
in zijn gemoed en in zijn hart, en het kwaad is niet te genezen.

Aldus is het niet mogelijk de geest van Zeus te bedriegen of omzeilen.
Want zelfs de zoon van Iapetos, de algoede Prometheus,
ontsnapte niet aan zijn grote toorn, maar of hij wilde of niet,615
al was hij enorm slim, een grote ketting hield hem vast.

In het begin, toen Obriareos’ vader afkeer voor hem voelde in zijn hart,
en ook voor Kottos en Gyes[43], toen ketende hij hen vast met een stevige ketting,
uit onvrede over hun enorme geldingsdrang en ook over hun uiterlijk
en hun formaat, en hij gaf hun een woning onder de aarde, met haar brede wegen.620
Daar, onder de aarde wonend, hadden zij verdriet,
naar het verste oord gezonden, aan de uiteinden van de grote aarde,
waar zij lange tijd hevig treurden, met een grote droefheid in hun hart.
Maar de zoon van Kronos en de andere onsterfelijke goden
die Rhea, met haar mooie haren, in liefdesdaad met Kronos verwekt had,625
brachten hen op aandringen van Gaia weer naar het daglicht.
Want zij had alles van begin tot eind aan hen verteld,
dat zij met die drie de overwinning en het verhoopte doel zouden halen.
Want de Titanengoden en al degenen die uit Kronos geboren waren
vochten al lange tijd met een inspanning die het hart pijn deed630
tegen elkaar in een zware strijd,
de verheven Titanen vanaf de hoge Othrys
en vanaf de Olympos de goden, de gevers van goede gaven,
die Rhea, met haar mooie haren, had gebaard, na het bed te delen met Kronos.
Met een woede voor elkaar die het hart pijn deed635
streden zij in die tijd tien volle jaren zonder ophouden
en er kwam geen oplossing of einde aan de hevige twist,
voor geen van beide kanten, en de uitkomst van de strijd bleef ongewis.
Maar toen hij aan die drie alles gegeven had wat ze nodig hadden,
nektar en ambrosia, dat wat de goden zelf eten,640
toen nam de dadendrang in hun hart weer toe.
Toen zij nektar en verrukkelijke ambrosia genuttigd hadden,
toen zei de vader van mensen en goden tegen hen:

“Leen mij jullie oor, roemrijke kinderen van Gaia en Ouranos,
nu ik zeg wat mijn hart in mijn borst mij opdraagt.645
Want een heel lange tijd vechten wij al tegen elkaar
voor de overwinning en de macht, al vele dagen,
de Titanengoden en wij allen die uit Kronos geboren zijn.
Maar jullie, toon je grote kracht en jullie handen die niet te stoppen zijn,
in  de onzalige strijd tegen de Titanen, denkend aan dit liefhebbende 650
blijk van vriendschap. Na alles wat jullie geleden hebben
zijn jullie weer aan het daglicht gekomen, uit wrede gevangenschap vandaan,
als gevolg van ons besluit, weg uit het nevelige duister.”

Zo sprak hij, en de onberispelijke Kottos gaf hem ten antwoord:655

“Mijn beste, je zegt niets dat ons niet bekend is. Ook wijzelf
weten dat jouw verstand en jouw geest superieur zijn
en dat je voor onsterfelijken een kil onheil hebt afgewend.
Door jouw raadsbesluit zijn wij uit het nevelige duister vandaan
weer teruggekomen, weg uit een genadeloze gevangenschap,
nu dat ons gebeurd is waarop wij geen hoop meer hadden, heer, zoon van Kronos.660
Daarom zullen wij nu ook met vastberaden geest en volle overtuiging
jullie macht bijstaan in de grimmige oorlog.
door tegen de Titanen te vechten gedurende de hevige strijd.”

Zo sprak hij, en de goden, de gevers van goede gaven, stemden luidkeels in
toen ze dit woord hoorden, en hun hart verlangde naar de oorlog,665
meer nog dan voorheen.  En zij deden een vreselijke strijd opvlammen
op die dag, mannen en vrouwen, allemaal,
de Titanengoden en al degenen die uit Kronos geboren waren
en degenen die Zeus uit de onderaardse Erebos naar het daglicht had doen komen,
sterk en angstaanjagend, in het bezit van een buitengewone kracht.670
Honderd armen ontsproten aan hun schouders,
bij hen allen op gelijke wijze, en bij elk van hen groeiden er vijftig
hoofden vanuit hun schouders op gedrongen nekken.
Toen stelden zij zich op tegenover de Titanen in de grimmige strijd,
enorme rotsblokken in hun sterke handen houdend.675
Aan de andere kant verstevigden de Titanen hun rangen
met grote ijver, en beide kanten toonden tegelijk het werk van de kracht
van hun handen. Verschrikkelijk raasde de eindeloze zee
en de aarde galmde luid, de wijdse hemel kreunde
bevend en de hoge Olympos schudde op zijn fundament680
onder het geweld van de onsterfelijken, en een zware beving kwam
tot aan de nevelige Tartaros, het hevige gedreun van voeten,
van onbeschrijflijk krijgsgewoel en van machtige worpen.
Zo wierpen zij hun ellendige werptuig naar elkaar.
De stemmen van beide partijen reikten tot de sterrenrijke hemel685
door hun roepen, en zij botsten op elkaar met luid kabaal.

Ook Zeus hield zijn daadkracht niet meer terug, maar zijn
gemoed vulde zich meteen met daadkracht en hij toonde
zijn volle sterkte. Tegelijk kwam hij uit de hemel en van de Olympos
omlaag, onafgebroken bliksemend, en de bliksemschichten,690
met hun donder en weerlicht, vlogen in hoog tempo naar alle kanten
vanuit zijn machtige hand, een heilige vlam verspreidend,
de een na de ander, en het onbeschrijflijk grote woud knetterde alom van vuur.
Heel de aarde ziedde, evenals de stromen van Okeanos695
en van de uitgestrekte zee. Een hete adem omringde
de aardse Titanen en een onbeschrijflijke vlam kwam tot aan
de hoogste lucht, en de fonkelende glans van de bliksem en het weerlicht
verblindde hun ogen, al waren ze nog zo sterk.
Een goddelijke hitte hield Chaos in zijn macht. Het leek voor700
ogen hetzelfde om te zien en voor oren hetzelfde rumoer om te horen
als wanneer Gaia en de wijdse Ouranos van boven
naar elkaar toe zouden komen, want zo’n soort lawaai zou er klinken
als de een de klap moest opvangen en de ander van boven op haar viel,
zoveel lawaai klonk er toen de goden in strijd bijeenkwamen.705
De winden waren verzadigd van beving en stof,
van donder, weerlicht en brandende bliksem,
de pijlen van de grote Zeus, en zij droegen het geroep en geschreeuw
temidden van beide groepen. Een vreselijk kabaal steeg op
uit de verschrikkelijke strijd, en machtige daden werden tentoongespreid.710
En de strijd werd beslecht. Tot die tijd belaagden zij elkaar
en streden zij onafgebroken in een machtige veldslag.

En in de voorste rangen voerden zij de bittere strijd op,
Kottos en Briaereos en Gyges, onverzadigbaar naar oorlog.
Uit hun sterke handen lieten zij driehonderd rotsen715
vliegen, de een na de ander, en met hun projectielen wierpen zij een schaduw
over de Titanen en zij zonden hen onder de aarde, met haar brede wegen,
en met hun handen boeiden zij hen in ellendige boeien,
toen zij gewonnen hadden, al waren ze nog zo onverzettelijk,
net zo diep onder de aarde als de hemel van de aarde verwijderd is; 720
want zo ver is het van de aarde naar de nevelige Tartaros.
Een bronzen aambeeld zou namelijk negen nachten en dagen
vanuit de hemel omlaagvallen en op de tiende op aarde belanden,
en een bronzen aambeeld zou ook negen nachten en dagen
vanaf de aarde omlaagvallen en op de tiende in de Tartaros aankomen.725
Er loopt een bronzen hek omheen, en in drie lagen ligt de nacht
erom uitgegoten als een halssnoer, en aan de bovenkant
bevinden zich de fundamenten van de aarde en van de uitgestrekte zee.
Daar zitten de Titanengoden, verborgen onder nevelige schemer,
door het raadsbesluit van Zeus, de wolkenvergaarder,730
op die bedompte plek aan de uiteinden van de reusachtige aarde.
Er is voor hen geen uitweg. Poseidon heeft deuren opgesteld
van brons, en een muur loopt rond aan beide zijden.
Daar wonen Gyes en Kottos en de onvervaarde Obriareos,
de trouwe wachtposten van Zeus, de aegisdrager.735

Daar bevinden zich van de donkere aarde en de nevelige Tartaros,
van de uitgestrekte zee en de sterrenrijke hemel
de beginpunten en de uiterste grenzen, allen op een rij,
ellendig en bedompt, de goden hebben er een afschuw van,
een diepe kloof, en zelfs in een heel jaar zou iemand740
de bodem niet bereiken, wanneer hij die poorten binnenging,
maar windvlaag na ellendige windvlaag zou hem van hot naar her voeren.
Zelfs voor de onsterfelijke goden is het iets vreselijks,
deze monsterlijke plek. Het vervaarlijke huis van de duistere Nacht
staat daar, gehuld in donkere wolken.745
Daar verderop houdt de zoon van Iapetos de brede hemel vast,
rechtop staand, met zijn hoofd en met onvermoeibare handen,
roerloos, daar waar Nacht en Dag bijeenkomen
en elkaar begroeten, terwijl ze de hoge bronzen drempel
oversteken. De een daalt af naar binnen en de ander gaat750
naar buiten, en nooit bevat het huis ze allebei,
maar altijd is er één van de twee buitenshuis
en draait rond de aarde, en de ander is in huis
en wacht op zijn beurt voor de tocht, totdat het zover is.
De een bezit het alziende licht voor wie op aarde wonen,755
de ander heeft Slaap in haar armen, de broer van de Dood,
de verderfelijke Nacht, gehuld in nevelige mist.

Daar hebben de kinderen van de duistere Nacht hun huizen,
Slaap en Dood, vervaarlijke goden. Nooit kijkt
de stralende Zon naar hen met zijn stralen,760
niet als hij naar de hemel opstijgt en niet als hij uit de hemel neerdaalt.
Van hen reist de een in alle rust over de aarde en over de brede rug
van de zee, vriendelijk voor de mensen,
maar het hart van de ander is van ijzer en zijn binnenste is van brons,
zonder mededogen in zijn borst, hij houdt in zijn bezit wie hij te pakken krijgt765
van de mensen, zelfs bij de onsterfelijke goden is hij gehaat.

Daar verderop staan de galmende hallen van de god van de onderwereld,
van de machtige Hades, en van de geduchte Persephone,
en een angstaanjagende hond houdt bij de ingang de wacht,
zonder mededogen, en hij heeft een gemene manier van doen: wie binnenkomt 770
begroet hij kwispelend met zijn staart en met zijn beide oren,
maar hij laat hen niet meer weggaan: de wacht houdend
eet hij op wie hij te pakken krijgt, als iemand naar buiten gaat door de poorten
van de machtige Hades en van de geduchte Persephone.

Daar woont de godin die verafschuwd wordt door de onsterfelijken,775
de vreeswekkende Styx, dochter van Okeanos, die in een cirkel stroomt,
zijn oudste dochter. Ver van de goden bewoont zij haar beroemde hallen,
overdekt met grote rotsen en overal rondom
gestut door zilveren zuilen die naar de hemel reiken.
Af en toe gaat de dochter van Thaumas, de snelvoetige Iris,780
er met een boodschap heen over de brede rug van de zee.
Wanneer er twist en ruzie tussen de onsterfelijken ontstaat
en wanneer er iemand liegt van degenen die Olympische woningen bezitten,
dan stuurt Zeus Iris om de grote eed van de goden te halen
van die verre plek, in een gouden schenkkan, het befaamde koude water,785
wanneer het omlaagsijpelt van een hoge, steile rots.
Diep onder de aarde met haar brede wegen
stroomt door de zwarte nacht uit de heilige rivier
een zijtak van Okeanos, en een tiende deel is haar toebedeeld.
Over de aarde en de brede rug van de zee cirkelt hij rond790
met negen zilveren waterlopen en valt hij in zee,
maar die ene tak stroomt voort uit de rots, een grote kwelling voor de goden.
Als iemand een valse eed zweert na hiervan geplengd te hebben,
iemand van de onsterfelijken, die de toppen van de besneeuwde Olympus bezitten,
dan ligt hij een vol jaar buiten adem neer795
en nooit komt hij bij ambrosia en nektar in de buurt,
bij enig voedsel, maar hij ligt buiten adem en zonder stem
in een uitgespreid bed, en een boze slaap omhult hem.
Maar wanneer hij na een lang jaar van zijn ziekte af is,
dan ontvangt hij daarna een andere, nog zwaardere beproeving.800
Negen jaar lang wordt hij buitengesloten van de goden, die altijd leven,
en nooit maakt hij deel uit van de vergadering of van de feestmalen,
negen volle jaren, maar in het tiende maakt hij weer deel uit
van de verzameling der onsterfelijken, die Olympische woningen bezitten.
Tot zo’n eed maakten de goden het onvergankelijke, oeroude water van de Styx,805
dat stroomt door een onherbergzaam land.

Daar bevinden zich van de donkere aarde en de nevelige Tartaros,
van de uitgestrekte zee en de sterrenrijke hemel
de beginpunten en de uiterste grenzen, allen op een rij,
ellendig en bedompt, de goden hebben er een afschuw van.810
Daar bevinden zich glanzende poorten en een bronzen drempel,
rotsvast verankerd met diepgeneste fundamenten,
vanuit zichzelf ontstaan, en daarachter, buitengesloten van alle goden,
wonen de Titanen, aan de andere kant van de pikdonkere Chaos.
En de beroemde helpers van de luiddonderende Zeus815
bewonen hallen op de bodem van Okeanos,
Kottos en Gyes. En Briareos, gerespecteerd als hij was,
maakte de diep dreunende Aardschokker tot zijn schoonzoon,
en hij schonk hem Kymopoleia, zijn dochter, ten huwelijk.

Maar toen Zeus de Titanen uit de hemel had verdreven,820
verwekte de reusachtige Gaia Typhoeus, haar jongste kind,
in liefdesdaad met Tartaros, dankzij de gouden Aphrodite.
Zijn handen zaten vol kracht, in staat tot grote werken,
de voeten van de sterke god waren onvermoeibaar, en op zijn schouders
zaten honderd koppen van een slang, van een vreselijk serpent,825
die likten met hun donkere tongen, en uit de ogen in zijn
bovenmenselijke koppen straalde een vuur vanonder zijn wenkbrouwen,
en uit al zijn koppen kwam vuur, wanneer hij keek,
en er bevonden zich stemmen in al zijn vreselijke koppen,
die allerlei onbeschrijfelijke geluiden voortbrachten, want soms830
maakten ze klanken die voor de goden te verstaan waren, maar soms ook
het geluid van een trotse, luid loeiende stier, onhoudbaar in zijn kracht,
dan weer dat van een leeuw, met een gemoed dat geen vrees kent,
dan weer leken ze op jonge honden, een wonder om te horen,
dan weer floot hij schril, en de hoge bergen weergalmden ervan.835
En het onvoorstelbare zou gebeurd zijn op die dag,
de heerschappij had hij verkregen over stervelingen en onsterfelijken,
als de vader van mensen en goden het niet scherp gezien had.
Luid en machtig donderde hij, aan alle kanten weergalmde de aarde
angstaanjagend, evenals de hemel boven840
en ook de zee en de stromen van Okeanos en de diepe oorden van de aarde.
De hoge Olympos beefde onder de onsterfelijke voeten
van de vorst, toen deze in beweging kwam, en de aarde kreunde.
Onder hen beiden maakte een hitte zich meester van de donkerblauwe zee,
door weerlicht en donder en door het vuur van dat monster,845
door orkaanwinden en vlammende bliksemstraal.
Heel de aarde ziedde en ook de hemel en de zee,
hoge golven raasden en raasden rond de kusten onder het geweld
van de onsterfelijken en een niet aflatende beving ving aan.
Hades werd bang, hij die heerst over de gestorvenen onder de aarde,850
en ook de Titanen, beneden in de Tartaros, rond Kronos verzameld,
door het niet aflatende kabaal en de grimmige strijd.
Maar toen Zeus zijn macht verhief en zijn wapens greep,
donder en weerlicht en brandende bliksemstraal,
toen sprong hij van de Olympos en trof hem. Aan alle kanten855
verbrandde hij alle bovennatuurlijke koppen van het vreselijke monster.
Hij gaf hem ervan langs met zijn schichten en hij kreeg hem eronder,
hij maakte hem kreupel en wierp hem neer, en de reusachtige aarde kreunde.
Vlammen sloegen uit de machtige vorst, door de bliksem getroffen,
in de donkere, onherbergzame dalen van de berg,860
nadat hij geraakt was. Een groot deel van de aarde stond in brand
door de goddelijke stoom en smolt, zoals tin
in goed doorboorde smeltkroezen, door de vaardigheid van krachtige mannen
zacht gemaakt, of zoals ijzer, dat toch het allersterkste is,
in de bergdalen door ziedend vuur getemd wordt865
en smelt in de goddelijke aarde door de handen van Hephaistos,
zo smolt de aarde door de vlammen van het brandende vuur.
En ziedend in zijn hart wierp hij hem in de wijdse Tartaros.

Uit Typhoeus is de vochtige kracht van de woelige winden afkomstig,
behalve van Notos, Boreas en de heldere Zephyros:[44]870
zij stammen af van de goden, een grote hulp voor stervelingen,
maar alle andere waaien met onvoorspelbare windstoten over zee.
Sommige storten zich op de troebele zee,
een grote kwelling voor stervelingen, en razen met ellendige stormwind:
steeds weer waaien ze anders en ze brengen schepen uit koers875
en zeelui doen zij vergaan, en er is geen bescherming tegen dit kwaad
voor de mensen die hen tegenkomen op zee.
Andere storten zich op de eindeloze, bloemdragende aarde
en verwoesten de dierbare werken van de mensen die op aarde wonen,
door ze te vullen met stof en ellendig geraas.880

Maar toen de gelukzalige goden hun werk hadden volbracht
en hun strijd om de heerschappij tegen de Titanen met geweld hadden beslecht,
toen spoorden ze de Olympische Zeus, met zijn wijdse blik,
op aandringen van Gaia aan om koning te zijn en te heersen
over de onsterfelijken, en hij verdeelde de domeinen over hen.885

Zeus, de koning der goden, maakte Metis tot zijn eerste vrouw,
zij die onder alle goden en mensen het meeste weet.
Maar toen zij op het punt stond om Athene, de godin met de schrandere ogen,
te baren, toen bedroog hij haar met een list
vol sluwe woorden en borg hij haar op in zijn buik,890
op aandringen van Gaia en van de sterrenrijke Ouranos.
Zij hadden hem dit advies gegeven, zodat niemand anders van de onsterfelijke
goden het koningschap zou hebben in plaats van Zeus.
Want het was voorbeschikt dat er uit haar zeer vaardige kinderen geboren
zouden worden. Eerst een meisje, Tritogeneia, met haar schrandere ogen,895
met een daadkracht en een verstand gelijk aan haar vader.
En daarna zou zij een zoon baren, koning van goden en mensen,
in het bezit van een bijzonder trots gemoed.
Maar voor het zover kwam, borg Zeus haar op in zijn buik,
zodat de godin hem zou adviseren over goed en kwaad.900

Als tweede trouwde hij met de glanzende Themis, zij die de Horen baarde[45],
Eunoumia en Dike en de bloeiende Eirene[46],
zij die toezicht houden op het werk van sterfelijke aardbewoners[47],
en zij baarde de Moiren, aan wie de wijze Zeus de hoogste eer toebedeelde,
Klotho en Lachesis en Atropos.[48] Zij geven het 905
aan de sterfelijke mensen om voor- en tegenspoed te hebben.

Eurynome, de dochter van Okeanos, met een bijzonder aantrekkelijk uiterlijk,
baarde voor hem de drie Chariten met hun wooie wangen,
Aglaia en Euphrosyne en de beminnelijke Thalia.[49]
Van hun kijkende ogen druipt het zinnelijk genot,910
dat het lichaam losmaakt, en mooi kijken ze van onder hun wenkbrouwen.

Ook betrad hij het bed van Demeter, zij die velen voedsel schenkt,
en zij baarde de blankarmige Persephone, die Aidoneus[50]
wegroofde van bij haar moeder, en de wijze Zeus gaf haar aan hem.

Meteen daarna vatte hij liefde op voor Mnemosyne, met haar mooie haren,915
uit wie de Muzen, met hun gouden hoofdbanden, geboren werden,
negen in getal; feestvreugde en het genot van de zangkunst brengt hen plezier.

Leto bracht Apollo voort en ook Artemis de pijlenschietster,
een kind lieflijk boven alle hemelbewoners,
nadat zij gemeenschap had met Zeus, de aegisdrager.920

Als laatste maakte hij de jeugdig stralende Hera tot zijn echtgenote
en zij baarde voor hem Hebe en Ares en Eileithyia[51],
nadat zij gemeenschap had met de koning van goden en mensen.

Zelf baarde hij uit zijn eigen hoofd Tritogeneia, met haar schrandere ogen,
de geduchte heerseres, die strijd opwekt en legers aanvoert,925
onvermoeibaar, aan wie kabaal en oorlog en strijd plezier brengen.
En zonder gemeenschap te hebben baarde Hera de beroemde Hephaistos,
—want zij was boos op haar echtgenoot en had ruzie met hem—
die in kunstvaardigheid uitblinkt onder alle hemelbewoners.

En Hera was boos op haar echtgenoot en had ruzie met hem.929a
Vanwege die ruzie baarde zij een roemrijke zoon929b
zonder liefdesdaad met Zeus, de aegisdrager: Hephaistos,929c
die met zijn handen uitblinkt onder alle hemelbewoners. 929d
Maar Zeus legde zich neer naast de schoonwangige dochter929e
van Okeanos en van de schoonharige Tethys, zonder Hera,929f
[…]
en hij bedroog Metis, hoewel zij heel slim was.929g
Hij greep haar vast met zijn handen en borg haar op in zijn buik,929h
uit vrees dat zij een ander zou baren, sterker dan de bliksem. 929i
daarom slokte Kronos’ zoon, die hoog in de hemel zetelt,929j
haar plotseling op, en meteen werd zij zwanger van Pallas Athene.929k
De vader van mensen en goden baarde haar929l
via zijn hoofd aan de oevers van de rivier de Triton.929m
Maar Metis zat verborgen tussen de ingewanden van Zeus,929n
Athenes moeder, bewerkster van wat rechtvaardig is929o
en zij die het meeste weet onder alle goden en sterfelijke mensen.929p
Daar ontving de godin datgene waardoor zij met haar handen uitblonk929q
onder alle onsterfelijken die hun woningen op de Olympos hebben,929r
nadat zij de aegis maakte, die legers angst bezorgd, het wapen van Athene.929s
Daarmee bracht Zeus haar ter wereld, samen ook met haar oorlogstuig.929t

Uit Amphitrite en de luid dreunende Aardschokker930
werd de grote Triton geboren, wiens macht ver reikt, die de bodem
van de zee in bezit heeft en bij zijn dierbare moeder en vorstelijke vader
in hun gouden huis woont, een indrukwekkende god. Voor Ares,
de schildenkliever, baarde Kythereia Phobos en Deimos[52],
geduchte goden, die de hecht aaneengesloten legerscharen voortdrijven935
in de kille oorlog, samen met Ares, de stedenverwoester.
En zij baarde Harmonia, die de dappere Kadmos tot zijn echtgenote maakte.

Maia, de dochter van Atlas, baarde voor Zeus de roemrijke Hermes,
boodschapper van de onsterfelijken, nadat ze het heilige bed bestegen had.

Semele, de dochter van Kadmos, baarde voor Zeus een prachtige zoon,940
nadat ze gemeenschap met hem had: Dionysos, de vreugdebrenger.
Een stervelinge baarde een onsterfelijke, en nu zijn ze beiden goden.

Alkmene baarde de sterke Herakles,
nadat ze gemeenschap had met Zeus, de wolkenvergaarder.

Hephaistos, de alom bekende Dubbel Kreupele, maakte Aglaia,945
de jongste van de Chariten, tot zijn jeugdig stralende echtgenote.

Dionysos, met zijn gouden haren, maakte de blonde Ariadne,
de dochter van Minos, tot zijn jeugdig stralende echtgenote,
en Kronos’ zoon maakte haar voor hem onsterfelijk en eeuwig jong.

Nadat de dappere zoon van Alkmene met haar mooie enkels,950
de sterke Herakles, loodzware taken had volbracht, maakte hij Hebe,
de dochter van de grote Zeus en van Hera, in gouden sandalen geschoeid,
tot zijn eerbiedwaardige echtgenote op de besneeuwde Olympos.
Gelukkige! Hij die, na het volbrengen van een groot werk, tussen de onsterfelijken
woont, zonder lijden en eeuwig jong, al zijn dagen.955

Perseïs, de beroemde dochter van Okeanos, baarde voor
de onvermoeibare Helios Kirke en koning Aietes.
En Aietes, de zoon van Helios, die het licht schenkt aan wie op aarde wonen,
huwde een dochter van Okeanos, die in een cirkel stroomt,
met instemming van de goden: Idyia, met haar wooie wangen.960
En zij bracht voor hem Medea, met haar mooie enkels, in liefdesdaad
ter wereld, dankzij de gouden Aphrodite.

Vaarwel nu, gij allen die Olympische huizen bezitten,
vaarwel, gij eilanden en continenten en zilte binnenzee!
Olympische Muzen, dochters van Zeus, de aegisdrager,
zing nu met uw zoete stem over het geslacht van alle godinnen 965
die met sterfelijke mannen hebben samengelegen,
over onsterfelijken die kinderen baarden, op de goden gelijkend.

Demeter, gerespecteerd onder de godinnen, bracht Ploutos voort[53],
nadat zij gemeenschap had met de held Iason970
in driemaal geploegd akkerland, in het vruchtbare land van Kreta.
Hij was een edel iemand, die over de aarde trok en over de brede rug van de zee,
overal heen, en iedereen die hem ontmoette en in wiens armen hij kwam,
die maakte hij rijk en hij gaf hem veel voorspoed.

Harmonia, dochter van de gouden Aphrodite, baarde voor Kadmos975
Ino en Semele en ook Agaue, met haar mooie wangen,
en Autonoë, met wie Aristaios trouwde, met zijn weelderige haardos,
en ook Polydoros baarde zij, in het welommuurde Thebe.

Kallirhoë, de dochter van Okeanos, beleefde met de koenhartige
Chrysaor de gemeenschap van de goudglanzende Aphrodite980
en zij baarde een zoon, de sterkste van alle stervelingen:
Geryon. De sterke Herakles doodde hem vanwege zijn runderen,
met hun schommelende loop, op het door stromen omgeven Erytheia.

Voor Tithonos baarde Eos Memnon, met zijn bronzen helm,
koning van de Ethiopiërs, en ook baarde zij de vorst Emathion.985
En onder Kephalos liggend verwekte ze een prachtige zoon,
de krachtige Phaethon, een man die leek op de goden.
Toen hij nog jong was, in het bezit van de tere bloem van de roemrijke jeugd,
een jongen met een gevoelige geest, toen rukte Aphrodite hem weg,
zij die houdt van lachen, en ze nam hem mee en maakte hem tot990
een nachtwacht in haar heilige hallen, tot een hemelse godheid.

De zoon van Aison voerde op aandringen van de goden, die altijd leven,
de dochter van Aietes, de godgeboren koning[54],
weg van Aietes, na het volbrengen van loodzware taken,
de vele taken die een grote, hoogmoedige koning bevolen had:995
de misdadige, vermetele, gewelddadige Pelias.
Toen hij ze volbracht had, kwam hij terug in Iolkos, na veel doorstaan te hebben,
terwijl hij op zijn snelle schip het meisje met de levendige ogen meevoerde,
en de zoon van Aison maakte haar tot zijn jeugdig stralende echtgenote.
Zij kwam te liggen onder Iason, herder van mannen,1000
en baarde een kind: Medeios, die Cheiron, de zoon van Phylira[55],
in de bergen grootbracht, en het plan van de grote Zeus werd vervuld.

Dan de dochters van Nereus, de oude man van de zee:
Psamathe, gerespecteerd onder de godinnen, baarde Phokos
in liefdesdaad met Aiakos, door toedoen van de gouden Aphrodite,1005
en Thetis, de godin met de zilveren voeten, lag onder Peleus
en bracht Achilles voort, die met zijn leeuwenhart de slagorden breekt.

De sierlijk bekranste Kythereia baarde Aeneas,
na genoten te hebben van de gemeenschap met de held Anchises
op de toppen van de beboste Ida, met zijn vele valleien.1010

Kirke, de dochter van Helios, de zoon van Hyperion,
verwekte in liefdesdaad met de onverschrokken Odysseus
Agrios en Latinos, onberispelijk en vol kracht.
Ook Telegonos baarde zij door toedoen van de gouden Aphrodite.
Ver weg, in een uithoek van de heilige eilanden,1015
heersten zij over het geheel van de befaamde Tyrseniërs.[56]

Kalypso, gerespecteerd onder de godinnen, baarde voor Odysseus Nausithoös
en Nausinoös, na genoten te hebben van de gemeenschap met hem.

Deze godinnen hebben met sterfelijke mannen samengelegen
deze onsterfelijken baarden kinderen, op de goden gelijkend.1020

Olympische Muzen, dochters van Zeus, de aegisdrager,
zing nu met uw zoete stem over het geslacht der vrouwen.


[1] De uitdrukking betekent dat een onderwerp al langer besproken is dan nodig.

[2] Mnemosyne is de godin van geheugen en herinnering.

[3] De Chariten (Latijn: Gratiën) zijn godinnen van schoonheid, vreugde en geluk.

[4] Himeros is de god van hunkering en verlangen.

[5] Kalliope is de Muze van de epische poëzie, waar ook de Theogonie toe behoort.

[6] Gaia is de aarde, Ouranos de hemel. Nyx is de nacht, Pontos de zee.

[7] Erebos is duisternis, Aither de ether, oftewel de hoge lucht, Hemera is de dag.

[8] De twaalf hier genoemde goden, van Okeanos tot Kronos, zijn de Titanen.

[9] Hesiodos verklaart de naam Κύκλωψ uit de woorden κύκλος (rond) en ὤψ (oog).

[10] De Erinyen zijn de Wraakgodinnen (Latijn: Furiën).

[11] Meliaden zijn bosnimfen die verbonden zijn aan de essenboom.

[12] Het Griekse woord voor schuim is ἄφρος.

[13] Φιλομμηδής, van φιλέω en μήδεα, betekent ‘Zij die houdt van geslachtsdelen’. Het is waarschijnlijk een (al of niet opzettelijke) verbastering van de meer traditionele titel Φιλομμειδής, ‘Zij die houdt van lachen’.

[14] Eros is liefde, Himeros is hunkering, verlangen.

[15] Hesiodos verbindt de naaam Titaan aan het werkwoord τιταίνω, ‘zich uitstrekken, reiken’.

[16] Moros is het noodlot, Kèr het stervensuur, Thanatos de dood en Hypnos slaap.

[17] Momos is blaam, Oizus tegenspoed.

[18] De Hesperiden zjin nimfen die in het Avondland, oftewel het verre Westen, wonen (ἑσπέρα = avond).

[19] De Moiren zijn de Schikgodinnen, de Kèren de godinnen van het stervensuur. Waarschijnlijk gebruikt Hesiodos ze hier als synoniemen.

[20] Nemesis is de wrekende gerechtigheid, vooral tegenover daden van hybris.

[21] Eris is de godin van de twist.

[22] Ponos is inspanning en zwoegen, Lethe vergetelheid, Limos hongersnood.

[23] Ate is verblinding, verstandsverbijstering.

[24] Horkos is de god van de eed, die mensen komt straffen als ze hun eden breken.

[25] Hier begint de lijst van de vijftig Nereïden, de dochters van Nereus. De namen verwijzen waarschijnlijk naar eigenschappen van de zee, al zijn voor ons niet alle wooden meer te herleiden. De bekendste Nereïden zijn Amphitrite, de echtgenote van Poseidon, en Thetis, de moeder van Achilles.

[26] Nemertes (νημερτής) betekent onfeilbaarheid en was ook een eigenschap van Nereus (zie r. 235).

[27] Iris is de regenboog.

[28] Harpijen zijn personificaties van de stormwinden. Aëllo betekent ‘Stormwind’ en Okypete ‘Snelvliegend’. Ze werden meestal afgebeeld als roofvogels met het hoofd van een vrouw.

[29] Graiai betekent ‘oude vrouwen’.

[30] De Donkerharige is een bijnaam van Poseidon.

[31] Het Griekse woord voor bron is pègè (πηγή), voor goud chrysos (χρυσός) en voor zwaard aor (ἄορ).

[32] Orthos was de tweekoppige herdershond van Eurytion, die als herder was aangesteld over de kudden van Geryones.

[33] Een  volksstam waarvan de identiteit niet bekend is, wellicht de Arameeërs.

[34] Tretos en Apesas zijn twee bergen in de streek van Nemea.

[35] De slang die de appels van de Hesperiden bewaakt, aan het uiteinde der aarde.

[36] De Ister is de tegenwoordige Donau.

[37] Hier begint de lijst van de Okeaniden, dochters van Tethys en Okeanos. Veel namen verwijzen waarschijnlijk naar bepaalde plaatsen of naar eigenschappen van de betreffende waterlichamen.

[38] Helios is de zon, Selene de maan, Eos de dageraad.

[39] Zephyr is de westenwind, Boreas de noordenwind, Notos de zuidenwind.

[40] Erigeneia (‘zij die vroeg geboren wordt’) is een bijnaam voor Eos. De Morgenster is de planeet Venus, het helderste object aan de hemel (na de zon en de maan), te zien vlak voor zonsopgang. In de periode dat Venus vlak na zonsondergang te zien is, heet zij de Avondster.

[41] Zelos is ijver en rivaliteit, Nike de godin van de overwinning, Kratos en Bia zijn kracht en geweld.

[42] De god Hephaistos.

[43] De drie Hekatoncheiren, oftewel Honderdarmen.

[44] Notos is de zuiderwind, Boreas de noorderwind en Zephyros de westenwind.

[45] Themis is de godin van het goddelijk recht, of van de natuurlijke orde. De Horen zijn de godinnen van de seizoenen.

[46] Eunomia is Wetsorde, Dike is Recht en Eirene is Vrede.

[47] Hesiodos legt een verband tussen de naam van de Horen (Ὧραι) en hun activiteit van het toezicht houden (ὡρεύω).

[48] De Moiren zijn de schikgodinnen, die het lot van de mensen bepalen.

[49] De Chariten (Latijn: Gratiën) zijn godinnen van schoonheid, vreugde en geluk. Aglaia betekent Pracht, Euphrosune betekent Vrolijkheid en Thalia betekent Bloei.

[50] Aidoneus is een andere naam voor Hades.

[51] Hebe is de godin van de jeugd, Ares van de oorlog en Eileithyia van het kraambed.

[52] Kythereia is een andere naam voor Aphrodite. Phobos en Deimos zijn Angst en Verschrikking.

[53] Ploutos betekent rijkdom, in dit geval specifiek die van een vruchtbare grond en een rijke oogst.

[54] De zoon van Aison is Jason, de dochter van Aietes is Medea.

[55] Cheiron, de zoon van Kronos en Phylira, een dochter van Okeanos, was een beroemde centaur die verantwoordelijk was voor de opvoeding van meerdere helden, waaronder ook Achilles en Asklepios.

[56] De Tyrseniërs of Tyrrheniërs zijn de Etrusken.