Ajax, de sterkste van alle Grieken, zat in zijn tent en weende hevig. Want een zeer grote schaamte hield hem in de greep, omdat hij zoveel mogelijk schapen had gedood, in plaats van aanvoerders. “Waarom heb ik de schapen gedood, maar niet alle aanvoerders? Ik was de wapenrusting waard! Ik ben niet minder dan Odysseus!”
Tekmessa, de meest geliefde slavin van Ajax, kwam de tent binnen en zag de man. Ze zei deze dingen: “Ajax, wat doe je? Waarom huil je toch? Zo doe je jezelf alleen maar meer verdriet!” Maar Ajax huilde en zei niets.
Plotseling greep de held zijn zwaard en zette het vast in de aarde. Tekmessa riep uit: “Doe niets slechts, Ajax! Jij bent voor mij de meest dierbare en de beste. Doe dit niet, want je bent niet bij je verstand.”
De vrouw rende zo snel mogelijk naar hem toe, maar ze was te laat, want Ajax was reeds in het zwaard gevallen. Zo stierf de grote held, de beste na Achilles, sterker dan alle andere Grieken.