De volgende dag maakt de zon Theseus wakker uit zijn slaap. Theseus kijkt om zich heen, maar hij ziet Ariadne niet: op de kinderen na is het strand verlaten van mensen! Theseus roept Ariadne, en nog een keer roept hij haar.

Plotseling hoort hij een stem. De stem is niet van Ariadne, maar van de god zelf. Want Dionysos zegt tegen hem: “Je hoort geen mens, sterfelijke Athener, maar een god. Want ik ben Dionysos, en ik houd van het meisje, net zoals jij! Wij houden dus van hetzelfde meisje, en niet jij zult met haar trouwen, maar ikzelf!”

Nu is Theseus vervuld van groot verdriet, want hij verlangt erg naar het meisje Ariadne.

Tenslotte maakt hij de kinderen wakker uit hun slaap en samen met hen, maar zonder zijn dierbare Ariadne, vaart hij weg van het eiland richting Athene.