Het Griekse alfabet bestaat uit 24 letters. Elke letter heeft een naam, die ook begint met precies die letter. De namen van de eerste twee letters (alfa-bèta) staan aan de oorsprong van ons woord ‘alfabet’, dat synoniem is met het Nederlandse ‘abc’.

αΑἄλφαalfa
βΒβῆταbèta
γΓγάμμαgamma
δΔδέλταdelta
εΕἒ ψιλόνepsilon
ζΖζῆταdzèta
ηΓἦταèta
θΘθῆταthèta
ιΙἰῶταiota
κΚκάππαkappa
λΛλάβδαlabda
μΜμῦmu
νΝνῦnu
ξΞξῖxi
οΟὂ μικρόνomikron
πΠπῖpi
ρΡῥῶrho
σ / ςΣσῖγμαsigma
τΤταῦtau
υΥὒ ψιλόνupsilon
φΦφῖphi
χΧχῖchi
ψΨψῖpsi
ωΩὦ μέγαomega

Klank en Schrift

De sigma heeft twee vormen: aan het einde van een woord wordt hij geschreven als ς, in alle andere gevallen als σ.

De gamma kan ook voor een ‘ng’-klank staan. Dat gebeurt wanneer hij gevolgd wordt door een keelklank, dus door een γ, κ, χ of ξ. Voorbeelden zijn ἄγκυρα (ankura = anker), λύγξ (lunx = lynx) en ἄγγελος (angelos = engel). Let op dat bij het laatste woord de tweede gamma echt nog uitgesproken moet worden, dus de ‘ng’-klank wordt nog gevolgd door een ‘g’ als in ‘garçon’. Een ‘ng’-klank kan in het Grieks alleen maar voor een keelklank staan. Woorden als ‘zangles’ en ‘zingen’ zijn in het Grieks dus niet mogelijk.

Griekse woorden kunnen alleen maar op een klinker eindigen, of op de medeklinkers ν, ρ en ς (dus ook op de dubbelklinkers ξ en ψ, omdat die in zichzelf al op een ς eindigen). Andere mogelijkheden zijn er niet. Dit ligt aan de basis van veel verschijnselen in de Griekse verbuigingsrijtjes en woordvorming.

Klinkers

De Griekse klinkers zijn: α ε η ι ο υ ω. Het Grieks heeft ook tweeklanken.

Medeklinkers

De medeklinkers ofwel consonanten zijn te verdelen in een aantal groepen: de mutae (stopklanken), de liquidae (vloeiklanken), de spirans (sisklank) en de dubbelconsonanten.

Mutae zijn medeklinkers die de ademstroom tijdens het spreken stoppen. Er zijn drie plekken waar de spreker deze stroom kan onderbreken: de keel, de tanden en de lippen. Dat levert drie groepen mutae op: de gutturalen (keelklanken), dentalen (tandklanken) en labialen (lipklanken). Op alle drie de plekken kan op drie manieren een medeklinker gemaakt worden, namelijk zonder gebruik van de stembanden (stemloos), met gebruik van de stembanden (stemhebbend) of in combinatie met een h-klank (geaspireerd). Drie groepen en drie medeklinkers per groep levert negen medeklinkers op:

stemloosstemhebbendgeaspireerd
gutturalenκγχ
dentalenτδθ
labialenπβφ

Liquidae zijn medeklinkers die een klank produceren waarbij de ademstroom niet onderbroken wordt. Ze kunnen dus (in tegenstelling tot de mutae) langere tijd aangehouden worden. Het zijn er vier: μ λ ν ρ. De ρ en λ voeren de adem door de mond, de μ en ν door de neus. Deze laatste twee heten daarom ook wel nasalen (neusklanken). Het verschil is eenvoudig te merken: wie zijn neus dichtknijpt, kan geen μ of ν meer spreken, maar de ρ en λ geven geen problemen. Andersom, met de hand voor de mond worden de ρ en λ onmogelijk, maar gaan de μ en ν ongehinderd verder. Om de vier liquidae te onthouden, wordt vaak als ezelsbruggetje het woord ‘molenaar’ gebruikt, omdat dit woord alle vier de liquidae bevat.

Het verschil tussen mutae en liquidae komt een aantal keer terug in de grammatica en werkt ook door in de regels van de Griekse dichtkunst.

Het Grieks kent slechts één spirans, namelijk de sigma.

Elk van de drie mutae-groepen levert gecombineert met de sigma een dubbelconsonant op. Daarvan zijn er dus drie: ξ (κ+σ), ψ (π+σ) en ζ (δ+σ, oorspronkelijk σ+δ).