Ik nu, nadat ik mijn zwaard om mijn schouders geslagen had, ging meteen landinwaarts, weg van het schip en de zee. Terwijl ik omhoogging door het bos en bijna aangekomen was bij het huis van Kirke met de vele kruiden, kwam de god Hermes mij tegemoet, gelijkgemaakt aan een jongeman, en hij zei: “Ongelukkige, waarom ga je in je eentje door het bos, onverstandig als je bent? Want je moet weten dat Kirke, nadat ze je gezellen met slechte kruiden volledig betoverd heeft, hen als varkens heeft opgesloten in haar varkenshokken. Hoewel jij je gezellen wilt bevrijden, ben jij daar zelf niet toe in staat! Maar ik beloof om jou uit deze kwaden te bevrijden en te redden. Ga naar het huis van Kirke, terwijl je dit edele kruid in je bezit hebt. Want nadat ze jou betoverd heeft, is Kirke van plan om jou ook aan zich te onderwerpen!” Tegelijk plukte Hermes het kruid uit de grond en toonde mij de aard ervan. De goden noemen het ‘moly’, en voor stervelingen is het moeilijk te vinden.