Meteen mengt Hephaistos aarde met water, en hij plaatst daarin de stem en de kracht van een mens en een uiterlijk gelijk aan een kuis meisje. Om haar hoofd plaatst hij een gouden krans, die hij zelf gemaakt heeft. Pallas Athena geeft haar alle kleding en een mooie sluier, en zij onderwijst haar in de taken van een vrouw. Aphrodite geeft haar hoofd bevalligheid en de Chariten plaatsen gouden halskettingen om haar lichaam. Hermes plaatst leugenachtige woorden en een bedriegelijk karakter in haar hart en hij noemt deze vrouw Pandora, want ook de andere Olympische goden geven haar allemaal een geschenk. Die geschenken, grote kwaden voor de mensen, verstoppen ze in een pot.

Daarna ontbiedt Zeus Hermes, de snelle boodschapper van de goden: “Kom, Hermes, neem deze vrouw mee, terwijl zij de pot draagt, en toon haar als een mooi geschenk aan Epimetheus.” Epimetheus, de onverstandige broer van Prometheus, vergeet wat Prometheus hem gezegd had: “Epimetheus, neem nooit een geschenk van Zeus aan, maar stuur het terug, zodat er niet misschien iets slechts voor de mensen gebeurt — moge dat niet gebeuren!” Omdat hij die dingen vergeten is, neemt Epimetheus het geschenk aan.

En nadat Pandora met haar handen de pot heeft geopend, verspreiden de kwaden zich onder de mensen. Alleen Hoop blijft in de pot en vliegt niet naar buiten. De andere talloze kwaden gaan rond tussen de mensen. Want de aarde is vol kwaden, en de zee is er vol van. Overdag en ’s nachts komen de ziekten immers regelmatig vanzelf, terwijl ze kwaden voor de mensen brengen en zwijgen, omdat Zeus hun stem heeft weggenomen.