Apollonios, een bokser uit Alexandrië, werd door de Eleërs met geld beboet, niet omdat hij geld had gegeven of zelf had aangenomen, maar omdat hij het volgende slechte gedrag vertoonde met betrekking tot de Olympische Spelen. Hij arriveerde namelijk niet op de voorgeschreven tijd, en de Eleërs, aangezien zij het bedrog doorhadden en de wet gehoorzaamden, stonden hem niet toe om te boksen. Als excuus voerde hij namelijk aan dat hij op de Kykladische eilanden door tegenwind was opgehouden, maar Herakleides, zelf ook Alexandriër van afkomst, bewees dat zijn voorwendsel een bedrog was, door aan te tonen dat Apollonios in de voorafgaande tijd geld bijeengehaald had met wedstrijden in Ionië en op die manier te laat was gekomen. Zodoende stuurden de Eleërs Apollonios en ieder ander van de boksers die te laat kwam, van de wedstrijd weg, en aan Herakleides kenden ze een krans toe zonder dat hij hoefde te vechten.
Maar daar maakte Apollonios zich met zijn boksriemen gereed om te gaan boksen, en nadat hij op Herakleides was afgerend, raakte hij hem, hoewel die reeds met de krans getooid was en zijn toevlucht had gezocht bij de Hellanodikai. Die legden aan Apollonios een zeer grote geldboete op. Van die boete en van de andere boetes die de Hellanodikai aan andere atleten hadden opgelegd, richtten de Eleërs bronzen beelden van Zeus op.