Toen hij, na door de woestijn te zijn getrokken, op de plek gekomen was, heette de profeet van Ammon hem welkom namens de god, alsof het namens zijn vader was. En Alexander vroeg of er niemand van de moordenaars van zijn vader aan hem ontkomen was. En nadat de profeet had bevolen om te zwijgen – zijn vader was immers niet sterfelijk – veranderde hij zijn vraag en vroeg hij naar de moordenaars van Filippos, of hij zich volledig gewroken had op hen allemaal. Daarna vroeg hij over zijn heerschappij, of de god het hem vergunde om heerser van alle mensen te worden. En toen de god hem in een orakel zowel antwoordde dat hij hem dit vergunde als dat Filippos volledige genoegdoening gekregen had, begiftigde hij de god met schitterende wijgeschenken en de mensen met geld. Dit schrijven de meesten over de orakels, maar Alexander zelf zegt in een brief aan zijn moeder dat er een aantal geheime orakeluitspraken voor hem hebben plaatsgevonden, die hij in eigen persoon alleen aan haar zal meedelen, nadat hij teruggekeerd is. Sommigen zeggen dat toen de profeet hem vanuit een zekere vriendelijkheid in het Grieks wilde aanspreken met “Paidion” (mijn zoon), hij aan het eind van de klanken door een verkeerde uitspraak een sigma uitsprak en “Paidios” zei, een sigma gebruikend in plaats van een nu. De verkeerde uitspraak was tot vreugde van Alexander en het verhaal werd verspreid alsof de god hem met ‘Pai Dios’ (zoon van Zeus) had aangesproken.