Terwijl die hem aanspoorden om met alle haast royale offers aan de goden te brengen, werd hij uitgenodigd om naar een drinkgelag te gaan bij een van zijn vrienden, Medios de Thessaliër. En nadat hij daar gretig veel ongemengde wijn tot zich had genomen, vulde hij ten aandenken van de dood van Herakles een grote beker en dronk die op.

Plotseling, als door een krachtige slag geslagen, begon hij luid te weeklagen, waarbij hij hard riep, en hij werd door zijn vrienden weggebracht, terwijl hij aan de hand geleid werd. Nadat zijn persoonlijke bedienden hem hadden overgenomen, legden zij hem meteen neer en hielden met zorg de wacht. Toen de ziekte erger werd en de artsen bijeengeroepen waren, kon niemand hem helpen, en toen hij wanhoopte aan zijn leven, door veel lasten en vreselijke pijnen gekweld, deed hij zijn ring af en gaf hem aan Perdikkas. En toen zijn vrienden vroegen: “Aan wie laat u het koningschap na?”, zei hij: “Aan de sterkste.” En hij voegde eraan toe – dit als zijn laatste woorden uitsprekend – dat al zijn vrienden die de hoogste rang bekleedden, een grote begrafeniswedstrijd voor hem moesten aangaan.

Hij stierf dus op de hiervoor vermelde wijze, nadat hij twaalf jaar en zeven maanden koning was geweest en nadat hij zeer grote daden verricht had, niet alleen groter dan degenen die voor hem koning waren geweest, maar ook groter dan degenen die daarna zouden komen, tot aan het leven in onze tijd.