Voor het schrijven van accenten gelden vijf basisregels. Ook de accenten van het lidwoord bevinden zich binnen die kaders.
De nominativi ὁ, ἡ, οἱ en αἱ zijn enclitica en hebben dus geen eigen accent. Alle andere vormen hebben wel een accent. Daarbij hebben de nominativi en accusativi een acutus, maar de genitivi en dativi een circumflexus, net zoals dit ook bij zelfstandige naamwoorden van de 1e en 2e declinatie gebeurt die hun accent op de ultima hebben.
mnl | vrl | onz | |
nom gen dat acc | ὁ τοῦ τῷ τόν | ἡ τῆς τῇ τήν | τό τοῦ τῷ τό |
nom gen dat acc | οἱ τῶν τοῖς τούς | αἱ τῶν ταῖς τάς | τά τῶν τοῖς τά |
Hetzelfde geldt voor de dualisvormen: τώ, τοῖν, τοῖν, τώ.